July 3, 2015 / September 6, 2015Otto Snoek / Nostalgia, Ukraine 1989–1992
The photographer Otto Snoek was in his early 20s when, in 1989, he started visiting eastern Ukraine, at the invitation of a photographer from Charkov whom he had met in his native Rotterdam. In places like Charkov, Lugansk and Donbass he resolved to simply observe, and this detachment proved fruitful: ‘The nonchalance of this world of wires, untidiness, little freedoms, and small-time deals,’ as the art critic Sandra Smets wrote.
The photographs were ‘200% subjective,’ says Snoek, and were printed in the same way. On the six long journeys in this area that he made between 1989 and 1992, Otto Snoek made use of local photographic materials and printing facilities. The resulting photographs on display here are therefore unique, since most of them were printed in Ukraine on East European photographic paper types that no longer exist. The colour work uses Soviet-made transparencies, developed in a photographic laboratory in Charkov that was forced to close its doors shortly after 1992.
In Otto Snoek’s words the photographs offer ‘windows onto a vanished world’. According to Smets they show a ‘tinny, flaky world. A world of earth, big and wide and messy, forming lumpy brown areas in his photographs that turn into scratches and stains, as shadowy as fevered dreams.’ They also furnish a succinct image of stoical existence under a radically changing regime: the last step in the breakup of the Soviet Union was taken in December 1991, when Ukraine, too, voted overwhelmingly to secede. The formal end of the Soviet Union came on 8 December 1991, when the leaders of Russia, Ukraine, and Belorussia met to sign the Belavezha Accords. Otto Snoek was there at exactly the moment the country’s great ideologies collapsed. His images document the vacuum of a brief period between the demise of communism and the disenchantment of capitalism. This was a turning point in world history, and in retrospect its mood – captured here on analogue film – evokes a certain nostalgia. This is especially true today, in 2015, with armed conflict flaring up in Ukraine.
Otto Snoek’s unique archive was only opened up by coincidence in September 2013. In 2014 Snoek publishedUkrainian Crossroads, a book designed by Willem van Zoetendaal (also available in the museum shop). Now, in 2015 – compelled by the force of current affairs in Ukraine – the original material is being exhibited for the first time ever in Huis Marseille. ‘The photographs show one side of reality,’ writes Sandra Smets, ‘but one replete with the imperfections of the photographic medium that we confuse with truth.’
Otto Snoek (1966, Rotterdam) attended the AKV|St.Joost art academy in Breda and now lives and works in Rotterdam.
een volk dat met de dag leeft
FOTODOCUMENT
Als twintiger reisde fotograaf Otto Snoek (1966) naar Oekraïne op uitnodiging van een Russische fotograaf die hem introduceerde in het rauwe alledaagse leven. Op dag één bezocht hij een geboortekliniek in Charkov. Hij werd een zaaltje ingeduwd waar een rij vrouwen van een jaar of achttien ‘in een roesje van lachgas’ zaten te wachten op een abortus. Snoek ging tussen hen in zitten, ze vonden het best. ‘Een vrouw poetste lachend de foetussen bij de dames weg,’ zegt hij. Een zaal verderop zag hij baby’s geboren worden. De foto’s die hij maakte, heeft hij nooit gepubliceerd omdat hij er geen toestemming voor had gevraagd. Dat hij er zomaar mocht fotograferen, dankt hij aan de tijdgeest, zegt hij. ‘Individualisme speelde toen geen rol en de privéruimte werd dagelijks met voeten getreden.’
dagelijkse lamlendigheid
Snoek fotografeerde een ontredderd, arm land in de nadagen van het communisme, de treurnis én de pracht. Tot 1991 behoorde de Oekraïne tot de Sovjet-Unie, daarna werd het een onafhankelijke staat. Snoek reisde er tussen 1989 en 1992 en legde de transitie die het land doormaakte vast voor zijn afstudeerproject aan de fotoacademie. Hij keerde nog vaak terug, maar ontsloot pas vorig jaar dit deel van zijn archief. Een maand later barstte het conflict met Rusland los. Dat had hij niet zien aankomen. ‘Soms denk ik: heb ik wat over het hoofd gezien? Ik zag dat er geen schot in de regio zat. Mensen gingen niet meer naar hun werk omdat ze niet kregen uitbetaald en leefden van ruilhandel, verstoken van betrouwbare informatie. Maar dat het als stilstaand water een kweekvijver van ellende zou worden, had ik niet voorzien. Precies daar waar ik mijn foto’s maakte, is nu de hel losgebroken.’
Indertijd trof Snoek een rafelig land aan waar het leven zich, ontdaan van alle franje, in al zijn naaktheid toonde. Hij richtte zijn observerende oog op straattaferelen en gewone mensen, een fascinatie die het fundament van zijn fotografie vormt. De foto’s drukte hij af op vintage materiaal uit het Sovjet-tijdperk, wat ze een nostalgische gloed geeft. Ze zijn vanaf volgende week te zien in de tentoonstelling Nostalgia, Oekraïne 1989-1992. Samen tonen ze de wanhoop en vitaliteit van een volk dat met de dag leeft.
‘Leven met onzekerheid is inherent aan het Russische bestaan,’ zegt Snoek. ‘Dat zijn ze gewend.’ Makkelijk was het niet, getuige zijn foto van twee obers die uitgeteld aan een tafeltje zitten in een staatsrestaurant waar Nauwelijks iets te eten viel omdat er zo weinig was. Zij stralen de ‘dagelijkse lamlendigheid’ uit van het wachten op verandering die niet komt. ‘De kleding was sjofel. Je kon er de eindjes net aan elkaar knopen en ontwikkelde een chagrijn door het uren in de rij staan wachten voor bijvoorbeeld gerantsoeneerd brood.’
Men woonde in woonblokken die in de communistische tijd waren gebouwd om mensen in de overvolle steden te huisvesten, of in kommunalka’s, waar verscheidene gezinnen één appartement deelden, en dus ook één toilet. ‘Daar lagen dan vijf wc-brillen, elk gezin zijn eigen bril. Ze probeerden te doen alsof er geen anderen waren en soms lukte dat, een schizofrene situatie. Daar woonden de pechvogels zonder connecties. Alles ging via informele netwerken, je moest dichtbij het vuur zitten. Had je in je familie een slager, dan kreeg je voldoende vlees. Anders niet.’
Indertijd trof Snoek een rafelig land aan waar het leven zich, ontdaan van alle franje, in al zijn naaktheid toonde. Hij richtte zijn observerende oog op straattaferelen en gewone mensen, een fascinatie die het fundament van zijn fotografie vormt. De foto’s drukte hij af op vintage materiaal uit het Sovjet-tijdperk, wat ze een nostalgische gloed geeft. Ze zijn vanaf volgende week te zien in de tentoonstelling Nostalgia, Oekraïne 1989-1992. Samen tonen ze de wanhoop en vitaliteit van een volk dat met de dag leeft.
‘Leven met onzekerheid is inherent aan het Russische bestaan,’ zegt Snoek. ‘Dat zijn ze gewend.’ Makkelijk was het niet, getuige zijn foto van twee obers die uitgeteld aan een tafeltje zitten in een staatsrestaurant waar Nauwelijks iets te eten viel omdat er zo weinig was. Zij stralen de ‘dagelijkse lamlendigheid’ uit van het wachten op verandering die niet komt. ‘De kleding was sjofel. Je kon er de eindjes net aan elkaar knopen en ontwikkelde een chagrijn door het uren in de rij staan wachten voor bijvoorbeeld gerantsoeneerd brood.’
Men woonde in woonblokken die in de communistische tijd waren gebouwd om mensen in de overvolle steden te huisvesten, of in kommunalka’s, waar verscheidene gezinnen één appartement deelden, en dus ook één toilet. ‘Daar lagen dan vijf wc-brillen, elk gezin zijn eigen bril. Ze probeerden te doen alsof er geen anderen waren en soms lukte dat, een schizofrene situatie. Daar woonden de pechvogels zonder connecties. Alles ging via informele netwerken, je moest dichtbij het vuur zitten. Had je in je familie een slager, dan kreeg je voldoende vlees. Anders niet.’
geweldig volk
Juist in die monotone omgeving van puur praktische wijken vielen de mensen op, vertelt de fotograaf. ‘Het is een geweldig volk, zo warm! Toen ik eens zonder benzine langs de weg stond, stopte er een man. Hij sloot zonder aarzeling zijn jerrycan op mijn tank aan met een buis waar hij aan zoog om de brandstof te laten stromen. Benzine was onbetaalbaar.’
De mensen gaven ook letterlijk kleur aan het leven. ‘Vrouwen zochten op de markt in een berg Turkse kleding naar kleurige rokjes. Ze blondeerden hun haren en droegen een dikke laag make-up. Dat rode jasje en die rode schoenen van de dame op de foto hebben een godsvermogen gekost. Men was op zoek naar kleur, een manier om zich te onderscheiden en het leven een impuls te geven.’
Was het dan niet grauw? ‘Helemaal niet! Ik vond Oekraïne prachtig. Er heerste een soort rust in het straatbeeld. Er waren geen prikkels van commercials en je kon je er nog niet spiegelen in de metallic glans die auto’s nu hebben. Het was een wereld van pasteltinten, met auto’s in olifantengrijs, zandgeel en karmijnrood. Er was een ander idee van schoonheid. Die wereld van het Sovjet-tijdperk is verloren gegaan.’
De tentoonstelling ‘Nostalgia, Oekraïne 1989-1992’ is van 3 juli t/m 6 september tezien in Huis Marseille, Amsterdam.
De mensen gaven ook letterlijk kleur aan het leven. ‘Vrouwen zochten op de markt in een berg Turkse kleding naar kleurige rokjes. Ze blondeerden hun haren en droegen een dikke laag make-up. Dat rode jasje en die rode schoenen van de dame op de foto hebben een godsvermogen gekost. Men was op zoek naar kleur, een manier om zich te onderscheiden en het leven een impuls te geven.’
Was het dan niet grauw? ‘Helemaal niet! Ik vond Oekraïne prachtig. Er heerste een soort rust in het straatbeeld. Er waren geen prikkels van commercials en je kon je er nog niet spiegelen in de metallic glans die auto’s nu hebben. Het was een wereld van pasteltinten, met auto’s in olifantengrijs, zandgeel en karmijnrood. Er was een ander idee van schoonheid. Die wereld van het Sovjet-tijdperk is verloren gegaan.’
De tentoonstelling ‘Nostalgia, Oekraïne 1989-1992’ is van 3 juli t/m 6 september tezien in Huis Marseille, Amsterdam.