De Marrons in Suriname: al vóór 1 juli 1863 vrij
1 juli wordt de afschaffing van de slavernij in Suriname en de Nederlandse Antillen in 1863 herdacht. Marrons wachtten niet tot 1863: al sinds begin 18de eeuw stichtten deze gevluchte slaven gemeenschappen in de bossen van Zuid-Amerika. Nergens waren ze met zo veel als in Suriname en Frans-Guyana.Midden op de rivier draait de kano met het lichaam van een overleden Marron-chief, omringd door dansende en feestende familieleden, een paar keer langzaam een rondje om zijn as. Het is een symbool voor de aarzelingen van de ziel om de overstap naar die andere wereld te maken. En die ziel krijgt daarvoor ruim de tijd. Afhankelijk van hoe belangrijk de overledene was, kunnen de met magie en animistische praktijken overladen begrafenisrituelen van de Marrons tot wel een jaar in beslag nemen. Uiteindelijk volgt een ‘tweede begrafenis’, met nachtenlange dans- en zangsessies, waarbij de ziel definitief wordt ‘weggejaagd’ naar het dodenrijk.
Businenge
‘Marron’ is de verzamelnaam voor gevluchte slaven die al sinds het begin van de achttiende eeuw overal in Zuid-Amerika (en zelfs in de huidige VS) gemeenschappen stichtten in de bosrijke binnenlanden. Nergens waren ze zo talrijk als in Suriname en Frans-Guyana. Volgens fotograaf Nicola Lo Calzo, die ook de tekst schreef in zijn boek Obia, komt dat mede door de extreem zware omstandigheden op de koffie- en suikerplantages en de wrede behandeling van slaven door de Hollandse uitbaters. ‘Businenge’ (of ‘Bushinengue’) werden ze eeuwenlang genoemd, ofwel: ‘bosnegers’ – een naam die inmiddels als beledigend wordt beschouwd. Vanwege dat ‘neger’, vanzelfsprekend. Het uitgestrekte Amazonewoud is voor de Marrons nog altijd gewoon het ‘bos’.
Marrons waren ongrijpbaar voor de koloniale machthebbers en werden vaak gevreesd omdat ze de gevaarlijke jungle zoveel beter kenden. Sommige Marron-gemeenschappen wisten verdragen te sluiten en leefden soms al een eeuw voordat de slavernij werd afgeschaft de facto in onafhankelijkheid. Mede daarom worden Marrons in veel zwarte gemeenschappen gezien als krachtig symbool van verzet tegen de slavernij. Zo liet de Haïtiaanse dictator ‘Papa Doc’ Duvalier recht voor het nationale paleis een standbeeld van de ‘onbekende Marron’ verrijzen.
In Suriname en het aangrenzende Frans-Guyana ligt het anders, betoogt Lo Calzo in Obia. Daar zijn de Marrons geen deel gaan uitmaken van de geschiedenis en mythevorming, maar is hun bestaan deel van de dagelijkse realiteit. In Suriname staan ze onderaan de sociale ladder. Zanger Kenny B. is een Marron. Toen hij in zijn tienerjaren naar Paramaribo verhuisde, werd hij door andere bevolkingsgroepen gediscrimineerd en met de nek aangekeken. Kenny B.’s neef Ronnie Brunswijk was in de jaren tachtig leider van het grotendeels uit Marrons bestaande Junglecommando, dat vanuit het woud streed tegen het bewind van Desi Bouterse. Tijdens de Binnenlandse Oorlog (1986-1992) zochten duizenden Marrons een veilig heenkomen aan de andere kant van de Maroni-rivier – voor hen een levensader die ze al sinds mensenheugenis vrijelijk overstaken, in de administratieve werkelijkheid de grens met Frans-Guyana. De nazaten van de Surinaamse Marrons die daar in kampen werden opgevangen, zijn tot op de dag van vandaag stateloos.
Folklorisatie
Tijdens zijn omzwervingen langs verschillende Marron-gemeenschappen aan beide zijden van de Maroni-rivier, legde Lo Calzo een snel veranderende wereld vast. De zes verschillende groepen Marrons leven er gescheiden van elkaar en zijn niet politiek georganiseerd. Door een proces van ‘folklorisatie’ wordt hun eeuwenoude cultuur weliswaar ogenschijnlijk steeds meer omarmd (er is in Suriname een speciale Dag van de Marrons, waarbij hun rituelen en leefgewoonten onder de aandacht worden gebracht), maar hun manier van leven staat onder druk.
Obia is de term voor het gecompliceerde geloofssysteem waarop de Marron-cultuur is gebaseerd. Daarin is een centrale rol weggelegd voor de granman – een medicijnman of waarzegger. De dieren van het woud worden gezien als boodschappers van de geesten. Krachten vergaar je door middel van rituelen waarbij je vaak in trance raakt en in tongen spreekt.
Het is een oude wereld, die niet goed in de nieuwe past. Vooral jonge Marrons zwichten voor de verlokkingen van de stad en de technologische vooruitgang. Opkomende christelijke bewegingen, met name evangelisten, ontmoedigen actief het geloof in wat zij zien als heidense praktijken. Toch blijven de banden met het erfgoed sterk, vooral tijdens begrafenisceremonieën en de Dag van de Marrons, als uitgewaaierde Marrons terugkeren naar hun dorpen en zich onderdompelen in het oude leven en de oude gebruiken. Dan loopt er diep in het woud opeens een meisje rond in een Marilyn Monroe-shirt, met om haar nek een ketting met het opschrift ‘swag’. Ze is een wandelende spagaat, en hoogstwaarschijnlijk een vooraankondiging van nog veel meer veranderingen.