; Ongepag, 27cm |
UIT DE VAART
Kruiningen-Perkpolder en Vlissingen-Breskens. Magische namen van de veren tussen Zeeland en Zeeuws-Vlaanderen. Tientallen jaren lang zorgden ze ervoor dat Zeeuws-Vlaanderen bij Nederland bleef horen. Maar nu worden ze voor altijd uit de vaart genomen. Een tunnel neemt hun werk over.
Guido de Vries
1 maart 2003
Buiten is het guur, binnen aangenaam warm. In snackbar De Lekkere Hap bakt Henk Lobbezoo kroketten en patates frites. Vanuit zijn keukentje ziet hij een rij langzaam optrekkende vrachtauto's passeren, die op weg zijn naar de vlakbij gelegen veerboot Prinses Juliana. Duizenden keren zag hij zo'n bonte stoet blik voorbijrollen, nooit kreeg hij er genoeg van. 'Maar binnenkort is het afgelopen, definitief over en uit', zucht Lobbezoo.
De pont Kruiningen-Perkpolder gaat deze maand uit de vaart, net als die tussen Vlissingen en Breskens, een dikke 40 kilometer verderop richting Noordzee, die nog wel als fietsveer in de vaart blijft. De nieuwe Westerscheldetunnel moet hun rol overnemen. Lobbezoo: 'Doodzonde dat de ponten ermee stoppen. Daarmee verdwijnt toch een lange Zeeuwse traditie. Het zal veel oudere mensen pijn doen, vooral degenen die ook nog eens hun baan verliezen.' De kok/barman is zelf een van de slachtoffers. Zijn afgelegen, geheel van 'overstekers' afhankelijke uitspanning moet sluiten. Lobbezoo heeft werk gevonden in de vleesindustrie.
Voor De Lekkere Hap vormt zich een nieuwe sliert wachtende voertuigen, waaronder trucks uit allerlei landen: Guimard uit Nantes, Olsen uit Oslo, Verbruggen uit Gent. En Jan Riseeuw, zelfstandig vrachtrijder uit Groede, in Zeeuws-Vlaanderen. Deze ochtend om half zes nam hij de pont van Breskens naar Vlissingen. Zijn vracht, graan, is bestemd voor de meelfabriek in het Brabantse Fijnaart. Zo meteen gaat hij koffiedrinken in het restaurant van de Prinses Juliana. 'Best gezellig op die boot', zegt Riseeuw, 'soms praat ik wat met collega's. Over het voetballen, of over ons vak. En we vertellen elkaar waar ze aan de weg bezig zijn.'
De nieuwe tunnel? 'Die hoeft van mij niet. We zijn gewend het veer te nemen als we van Zeeuws-Vlaanderen naar Nederland gaan. Bovendien wordt de tunnel duur, 15 euro per keer met een abonnement. Nu betaal ik met mijn kortingskaart 7,74 euro voor een oversteek.'
Achter Riseeuw is het bestelbusje van Ad van Oyen aangeschoven. Met bandenmaterialen rijdt hij eens in de maand vanuit Brabant naar Vlaanderen. Gewoonlijk neemt hij de pont van 's ochtends half negen in Kruiningen. 'Ik kan ook via de Liefkenstunnel in Antwerpen gaan, maar 's ochtends is het verkeer daar een crime, je komt er niet door. Als dit veer geen vertraging heeft, is het aangenaam. En niet duur. Ik doe een bakske koffie, het is een lekker oponthoud. Straks neem ik de Westerscheldetunnel. Wél wat sneller natuurlijk.'
Verkeersinformatie
Kruiningen-Perkpolder en Vlissingen-Breskens zijn een begrip, zeker in Zeeland. Landelijk kent iedereen ze van de verkeersinformatie op de radio: 'Het veer Kruiningen-Perkpolder heeft een half uur vertraging' of 'Vlissingen-Breskens is uit de vaart wegens dichte mist'.
In de eigen provincie hebben de laatste ponten zeker invloed gehad op de mentaliteit van de Zeeuwen, denkt Wilbert Weber, directeur van het Zeeuws Maritiem Muzeeum. 'Er heerste heel lang een eilandmentaliteit. Je woonde niet in Vlissingen maar op Vlissingen. De ponten brachten een vorm van berusting: als je de boot miste, dan wacht je een uur, het zij zo. De generatie die zo dacht gaat verdwijnen, maar heeft het emotioneel heel moeilijk met het einde van de veerdiensten.
Zeker als die mensen daar zelf werken en nu de zak krijgen.'
Het hoofdkantoor van de Provinciale Stoombootdiensten (psd), de exploitant van beide ponten, staat in Vlissingen aan de Westerschelde. Vanuit zijn werkkamer ziet directeur Harold Thomaes de Prinses Christina liggen, één van de vijf veren (alle dubbeldekkers) van de maatschappij. De psd heeft 350 mensen in dienst: 45 op kantoor, 75 op de vier aanlegplaatsen en de rest op de boten: kapiteins, stuurlieden, machinisten, kwartiermeesters en matrozen, die de laagste rang vormen.
Bijna iedereen moet gaan solliciteren, inclusief directeur Thomaes. Hij zegt dat vijftien à twintig werknemers aan de slag kunnen bij de nieuwe tunnel. 'En bij het nieuwe fietsveer Vlissingen-Breskens 60, tot over een jaar als daar kleinere high-tech schepen gaan varen. Dan zijn er nog maar 25 mensen nodig.'
Kees Lems (57), de oudste van de 23 kapiteins van de psd, krijgt wachtgeld.'We worden geloosd', zegt hij, want hij is ontevreden over de regeling. Hij is als zovelen weemoedig over het einde. Van de andere kant, vertelt hij, 'heeft iedereen het zien aankomen. Toen ik in 1968 als matroos bij de psd begon, zei mijn aangetrouwde neef die er al werkte: 'Wat kom jij hier doen, er komt straks toch een tunnel?' Economisch gezien kon je op je sloffen aanvoelen dat de ponten gingen verdwijnen.
De vrachtauto's moeten vanuit Rotterdam via de Kanaaltunnel naar Engeland kunnen rijden. De veren vormen een obstakel op die route.
Punt uit.'
Lems zit in het stuurhuis van de 110 meter lange Prins Johan Friso, met een perfect uitzicht over de Westerschelde. We varen van Vlissingen naar Breskens, zo'n zes kilometer. Het mooie van dit beroep is je vrijheid, vertelt Lems. 'Je kan doen en laten wat je wil, je bent de directeur van het schip. Het is afwisselend, 's zomers heb je veel passagiers, veelal toeristen, mooie vrouwen. 's Winters is het wat minder, dan zit het soms potdicht door de verrekte mist. Leiden is in last als we niet kunnen varen. De wachtende chauffeurs kosten toch gauw honderd gulden per uur. In het belang van de economie voer ik wel eens uit, terwijl het slechte zicht dat eigenlijk niet toeliet.'
Applaus
Deze overtocht fungeert Jo Alleijn (54), ook kapitein en óók begonnen als matroos, als stuurman. Het oude roer heeft plaatsgemaakt voor een hendel. 'Je stuurt met je schroeven', legt hij uit. Hij komt dit keer weinig kruisende schepen tegen, hoewel de Westerschelde met 60.000 boten per jaar toch een van de drukst bevaren rivieren van Europa is. 'In principe heb ik geen voorrang. Nadert een schip, dan spreken we af hoe we elkaar passeren. Soms wijzigen zij hun koers op het laatste moment, ze weten dat wij snel kunnen manoeuvreren. Maar dan is jouw leven moeilijk', zegt hij, terwijl hij de kolossale pont bij de haven van Breskens in een smalle slurf laat glijden. Hij schiet in de lach. 'In een vliegtuig klappen de mensen voor de piloot als ze goed zijn geland. Zo'n applaus verdienen wij ook, denk ik wel eens, als we bij windkracht 7 aanleggen.'
Beneden, in het grote restaurant van het veer, houdt vrachtrijder Piet de Jonge 'zijn wettelijk verplichte rustpauze'. Vroeger, toen hij 'in de bieten zat', maakte hij veel vaker gebruik van het veer, vertelt hij. Dat kon niet anders, want de vracht bieten die hij van Zeeuws-Vlaanderen naar West-Brabant vervoerde woog meer dan 55 ton: de Belgische wetgever laat zulke zwaargewichten niet op zijn wegen toe. 's Avonds reed De Jonge dan 'leeg' over Antwerpen naar huis terug.
Er zijn jaarlijks 40.000 afvaarten, en nooit deden zich noemenswaardige ongelukken voor in de lange geschiedenis van beide veerdiensten, die per jaar drie miljoen auto's en zeven tot acht miljoen passagiers overzetten. De eerste stoomboten kwamen in 1828 in de vaart, als opvolgers van allerlei zogenoemde steigerschuitendiensten (zeiljachten), die de bewoners van het eilandenrijk Zeeland bedienden: Vlake-Walsoorden, Middelburg-Zierikzee, Kortenge-Wolphaartsdijk, enzovoort.
De provincie en vooral het rijk hebben altijd veel geld gestoken in de ponten Vlissingen-Breskens en Kruiningen-Perkpolder, vertelt directeur Thomaes van de psd. Dat gebeurde, legt hij uit, 'om Zeeuws-Vlaanderen aan Nederland te binden, of zelfs bij Nederland te houden. België heeft meer dan eens aanspraak gemaakt op dat stuk Zeeland.' De reizigers betalen, ruwweg, slechts eenderde van de kostprijs. De tunnel tussen Terneuzen en Ellewoutsdijk, waarvoor de gebruikers de eerste dertig jaar tol moeten betalen, is voor 'Den Haag' op termijn goedkoper dan de exploitatie van de twee veerdiensten.
Vrouwenmarkt
De keuze voor een Westerscheldetunnel is hard aangekomen in Kruiningen, Perkpolder en andere dorpen dichtbij deze pont. Familieleden aan deze en gene kant van de rivier, die elkaar nu gemakkelijk per fiets kunnen bezoeken, moeten straks 'de grote omweg via de tunnel' maken, klagen ze. Het gaat om honderden mensen, zegt Kees Saman, hoofd technische dienst van de psd. 'In de loop der jaren zijn in die buurt heel wat huwelijken gesloten tussen met name mannen uit Zuid-Beveland en vrouwen uit Zeeuws-Vlaanderen.'
Dat begon zo, herinnert hij zich: 'Tientallen jaren lang gingen heel wat Zuid-Bevelandse jongeren, afkomstig uit Kruiningen, Yerseke, Hansweert en Rilland, op de fiets of de brommer 'stappen' in Zeeuws-Vlaanderen, vooral in Kloosterzande. Gekscherend zeiden ze dat daar een damesoverschot was. Ik denk niet dat dat statistisch vast stond, maar de 'vrouwenmarkt' was er gewoon leuker. Bij de katholieke 'overkanters' mochten meisjes in de kroeg komen, op het protestantse Zuid-Beveland was dat niet de gewoonte. Dat dit ook leidde tot veel trouwerijen, was zeer tegen de zin van de pastoor van Kloosterzande natuurlijk.'
Het was bovendien 'gezelliger' in Zeeuws-Vlaanderen, vervolgt Saman. Hij verhaalt over cafévoetbalteams aan weerskanten van de Westerschelde, die elkaar daar in competitieverband bestreden en daarna broederlijk aan de tap zaten van café Het Witte Huis en later de Monkeybar. 's Avonds namen die Bevelanders dan weer de laatste pont naar huis, soms zwaar op het merk liggend, zoals ze hier zeggen. Met een flinke slok op dus.'
Het is straks allemaal passé, mijmert barkeeper Henk Lobbezoo in snackbar De Lekkere Hap. Hij begroet twee jonge klanten, die patates frites en een kroket bestellen, hoewel het nog ochtend is. Ze hebben al een werkdag achter de rug, zeggen Robbert Koense (16) en Matthijs van der Zee (17) uit Zeeuws-Vlaanderen. Deze morgen vroeg zijn ze per brommer uit hun woonplaatsen Axel en Zaamslag naar Perkpolder gereden, vervolgens namen ze de pont naar Kruiningen om hun tocht te vervolgen naar het Groencollege (mbo) in Goes. Na de lessen toeren ze 'best hongerig' naar huis terug.
Hoe moet het binnenkort zonder pont? Vanachter de flipperautomaat zegt Koense: 'Waarom komt hier geen fietsveer zoals bij Vlissingen?' Van der Zee: 'We zullen de tunnel moeten nemen, daar zit niets anders op. Het is wel een eind om. Ik hoop dat achter de bussen in die tunnel een karretje komt te hangen voor de fietsen en de brommers. Anders zijn we wel erg benadeeld. Gelukkig word ik volgend jaar achttien, dan kan ik met de auto van pa naar school.' M
Guido de Vries is redacteur van NRC Handelsblad.
Bart Sorgedrager is freelance fotograaf.
'Vlissingen-Breskens, Kruiningen-Perkpolder. Het laatste jaar van de veren over de Westerschelde' verschijnt bij uitgeverij Den Boer/De Ruiter, Middelburg. De foto's zijn van 15 maart tot 15 juli te zien in het Zeeuws Maritiem Muzeeum in Vlissingen.
Er zijn jaarlijks 40.000 afvaarten, en nooit deden zich noemenswaardige ongelukken voor.
'Economisch gezien kon je op je sloffen aanvoelen dat de ponten gingen verdwijnen.'
Bij de katholieke overkant mochten de meisjes in de kroeg komen, op Zuid-Beveland was dat niet de gewoonte.