Quantcast
Channel: Bouilla Baise Work in progress
Viewing all articles
Browse latest Browse all 1008

Punk in the Low Countries Het Gejuich Was Massaal ...

$
0
0

De langzame infiltratie van de punk-beweging

Jerry Goossens en Jeroen Vedder: Het Gejuich Was Massaal. Punk In Nederland (1976-1982). Jan Mets. 127 blz. ƒ 34,50
Jerry Goossens en Jeroen Vedder: Het Gejuich Was Massaal. Punk In Nederland (1976-1982). Jan Mets. 127 blz. ƒ 34,50
Hoe graag sommige mensen het ook anders zouden zien: voor het ontluiken van een punk-beweging is geen specifieke biotoop vereist. Punk mag dan wel ontstaan zijn in Engeland rond 1976 (of in Amerika rond 1972, daar zijn de historici het nog steeds niet over eens) in een omgeving van jeugdwerkeloosheid en economische malaise, maar de stroming bleek niet voorbehouden aan een dergelijk klimaat. De opruiende muzieksoort vond bijvoorbeeld een even geschikte voedingsbodem in het vrijzinnige Nederland van de late jaren zeventig, waar anarchistische blaadjes werden gedrukt met behulp van staatssubsidies.
Het was ongeveer een jaar na de 'officiële' begindatum van punk in Engeland, dat Nederlandse bands 'punk' wilden gaan spelen. Maar de vraag was 'hoe'? Hoe klinkt punk?. Zo vanzelfsprekend als de term nu wordt gebruikt, zoveel ambiguïteit bestond er toen; de rond die tijd debuterende Dire Straits werden 'punk' genoemd, net als The Police en Mink de Ville. En hoe gedroeg je je als punk, was het bijvoorbeeld nodig om argeloze voorbijgangers van hun fietsen te trekken, of moest er vooral worden gediscussiëerd over politiek?
Over de langzame infiltratie van punk als muziekvorm, kledingstijl en levenshouding in Hazerswoude, Wormer en Amsterdam gaat het boek Het Gejuich Was Massaal. Punk In Nederland (1976-1982) van Jerry Goossens (voormaligpopjournalist van Het Parool) en Jeroen Vedder. Op lichte toon vertellen zij over de kleine succesjes en problemen van de vaderlandse punkscene. Want als het boek één ding duidelijk maakt, dan is het wel de kleinschaligheid van de beweging hier te lande. Geen van de Nederlandse bands die in het boek ter sprake komen - Ivy Green, de Rondo's, de Suzannes - hebben buiten hun eigen kring succes gekend; punk kwam in de jaren zeventig niet verder dan de zelfgebouwde concertzaal en duizend verkochte exemplaren per lp.
Het is opvallend hoe amateuristisch de héle Nederlandse muziekwereld toen nog functioneerde. Popgroepen traden op in 'jeugdhuizen' waar geen bier te krijgen was, en de Mobiele Eenheid kwam ingrijpen als het publiek te hevig stond te pogoën. Maar dankzij de 'Do It Yourself'-mentaliteit, die hier in navolging van Engeland snel opgang maakte, werd het aantal mogelijkheden verruimd. Wie een plaat wilde uitbrengen, deed dat in eigen beheer en om een café te beginnen kocht je gewoon een krat bier.
Die DIY-houding drong pas na enkele jaren door in de muziek. Onder de eerste Nederlandse bands die als 'punk' werden aangemerkt, waren Panic en de Flyin' Spiderz. De goed onderlegde muzikanten van deze bands waren in 1977 moeiteloos overgeschakeld van rock 'n' roll op punk. Dat werkelijk jonge muzikanten vanuit een punk-gedachte, dus zonder enige muzikale kennis, een band begonnen, gebeurde pas eind jaren zeventig, met groepen als de Nitwitz, Debiele Eenheid, Workmates en de Bizon Kidz. Zoals de auteurs van Het Gejuich Was Massaal schrijven: 'Eerst waren er muzikanten die punk gingen spelen, later had je punks die muziek gingen maken'.
Inmiddels was de punkscene een verbond aangegaan met de kraakbeweging. Dat de kraakbeweging rond die tijd verhardde, schrijven de auteurs van dit boek in bedekte termen toe aan de invloed van de punks. Het stenen gooien, barricaderen en provoceren van de ME zou door punks zijn gestimuleerd. Maar er was ook een positieve kruisbestuiving: punks woonden en oefenden in kraakpanden, en als er ergens een benefietconcert nodig was, traden ze op. Bovendien zijn veel van de concertzalen die nu tezamen het Nederlandse 'clubcircuit' vormen toen begonnen door punks, zoals het in Utrecht gekraakte Tivoli.
Een van de populairste punkgroepen was de Rondo's uit Rotterdam. Deze band heeft zichzelf uiteindelijk opgeheven om een eind te maken aan de grote verwachtingen van de aanhang, die in de Rondo's de voortrekkers van de revolutie zagen. Wèlke revolutie was niet helemaal duidelijk. Want de Rondo's flirtten wel met communistische symbolen maar wilde naar eigen zeggen slechts 'aanzetten tot nadenken', en niet een richting voorschrijven. Dat het einde van de Rondo's meteen zorgde voor 'een vacuüm dat gedesoriënteerde jonge punks in de armen van extreem-rechts dreef', klinkt wel erg simpel. Zo'n snelle conclusie had wat meer uitleg verdiend. Maar afgezien van deze nalatigheid hebben de auteurs van Het Gejuich Was Massaal dit stukje vaderlandse geschiedenis nauwkeurig beschreven. En dat er ooit iets heeft bestaan als Sick Productions, 'Een overkoepelend orgaan voor de Castricumse punks', stemt nostalgisch.

Maar waar zijn de Texelse Peasants gebleven?

PETER SIERKSMA − 20/12/96, 00:00
Jerry Goossens en Jeroen Vedder: Het gejuich was massaal - Punk in Nederland 1976-1982. Amterdam, Jan Mets; geïll., 126 blz. - ¿ 29,50. Het einde van de punk in Nederland: het optreden van The Dead Kennedys - Paradiso, 5 december 1982 - is voorbij. Uit: Het gejuich was massaal.
Was Johnny Rotten in 1976 de eerste punker? En zo niet, met wie en waar begon het dan wel? Met Eddie van The Hot Rods? Met Iggy Pop? Natuurlijk niet. En dus was Rotten de eerste.
En dan het einde. In hun korte geschiedenis van de punk in Nederland, 'Het gejuich was massaal', noemen Jerry Goossens en Jeroen Vedder het roemruchte concert van The Dead Kennedys in het Amsterdamse Paradiso op Sinterklaasavond 1982 het einde.
In 1982 liepen de punks van het eerste uur langzamerhand weg van het verschijnsel dat zij zelf in het leven hadden geroepen. Terwijl bands als Ivy Green en The Ex zich langzaam maar zeker terugtrokken, namen de mode-punks de fakkel over.
Bovendien verviel punk tot hardcore. Gladde, gestilleerde herrie vol gitaarsoli en overgeproduceerde stemmen (The Angelic Upstarts, Exploited, Black Flag en The Blitz) won het van de ongepolijste herrie die ooit uit Engeland was komen overwaaien. Hoe hard men ook riep dat de punk juist niet dood was (Exploited); ze werd daarmee zo dood als een pier. 1982 dus, maar 1978 had ook gekund. Want voor sommigen werden kaf en koren toen al gescheiden.
Goed, punk. En nog wel in Nederland. Goossens en Vedder hebben er een aardig boek over geschreven. Het geeft een goed overzicht van de ontwikkeling van al die kleine, ruige en heftige bandjes die (vooral uit verveling en soms uit verZ, om het in punkspelling aan te geven) eerst de buurt en later het gehele jongerencircuit wakkerschudden.
Terecht zijn er in het boek hoofdrollen weggelegd voor Ivy Green uit Hazerswoude, Panic, Diana Ozon ('ik kots, ik stik, ik baal/krijg de klere allemaal') en The Ex. Duidelijk word ook hoe de punk al snel uiteenspatte in splinters die zich mengden met de kraakbeweging, maar ook met extreem rechts of, gewoon, de commercie.
Maar hoe aardig het overzicht ook is en hoe vaak je bij het lezen ook denkt 'verrek, zo was het' of 'o ja, The Vopo's waren er ook nog' - toch mis ik ook veel. Waar zijn - tussen alle namen uit Amsterdam, Utrecht en Rotterdam - Groningen en Friesland gebleven; was dat te ver voor de schrijvers? En waar zijn de Texelse Peasants? Wat voor repertoire ze ook hadden, de stem van hun zanger (Ruud van Hoorn) werd toch maar mooi vergeleken met die van Joe Strummer van The Clash en dat was uitzonderlijk tussen alle geschreeuw.
Een belangrijker gemis is dat er nauwelijks ingegaan wordt op de maatschappelijke betekenis van de punk. Oké, punk was tegen Kerk, Kapitaal en Koningshuis, maar hoe diep zat dat? En, wat is er met al die rebellen gebeurd?
Onlangs hoorde ik Goossens op de radio zeggen dat veel jongens van toen nu allemaal snelle banen hebben gevonden bij zeer commerciële instellingen. Daar had hij wel iets in het boek over kunnen meedelen, want ook dat zegt iets over de punk. Kortom, stelde het nu wel of niet iets voor in Nederland?
Punk in Nederland? Dat was rebelleren in het gesubsidieerde jongerencentrum, heb ik weleens horen zeggen. En als je dan hoort hoe het voor veel van die schoffies afgelopen is, blijft er maar één gedachte over: Een enkeling daargelaten was het in wezen precies het tegenovergestelde van wat 'we' riepen: No future, no fun? Vergeet het maar. Het was vooral het haar.


Punk

The Ex
Vergroten
The Ex
Do it yourself! Dat was het motto van Punk. Eind jaren zeventig stort ook de Nederlandse jeugd zich op dit nieuwe fenomeen; zelf doen en zoveel mogelijk plezier maken. Maar naarmate de economische crisis voortduurt en de jeugdwerkeloosheid stijgt, verandert ook de punkscene in Nederland. Door protest, uitzichtloosheid en drugs verhardt de jeugdcultuur die lol maken hoog in het vaandel had staan. 

Sex Pistols

The Sex Pistols in Paradiso
Zoom
The Sex Pistols in Paradiso
“Keiharde muziek en opstaan; “dit is het!” zegt Broodje, punker van het eerste uur. Dat eerste uur sloeg in Nederland in januari 1977; The Sex Pistols bezoeken Nederland voor een aantal concerten en een televisieoptreden. Dit is iets anders. Dit is Punk. Al is zeker aan het begin nog de vraag wat dat nou eigenlijk is. De naam komt overgewaaid uit de VS waar ze de term gebruiken om een nieuwe muzikale stroming te duiden. In Groot-Brittannië, de thuisbasis van The Sex Pistols, verwordt Punk echter van underground tot een ware jeugdcultuur. De economische situatie van de Engelse jongeren is (nog) niet te vergelijken met die van de Nederlandse jeugd, maar de daar heersende anarchistische sentimenten onder de jeugd slaat hier wel aan. 

DIY

Panic op het podium
Zoom
Panic op het podium
De Nederlandse jeugdcultuur is dan nog een uitvloeisel van de hippietijd, van provo, van flowerpower. Als de economische voorspoed van de jaren zestig zichtbaar begint af te nemen, zeker na de oliecrisis van 1973, komen ook de idealen van die hippiegeneratie onder druk te staan. Piet van Dijk, de bassist van Panic, een van de eerste punkbandjes: “Je kunt zeggen “Punk was niet politiek”, maar je kunt ook zeggen “het was demonstratief a-politiek”. Wij hadden allemaal begin jaren zeventig, dat was de tijd waarin wij studeerden, tot onze nek in de sektarische politieke bewegingen gezeten, en in dat opzicht was Punk een soort bevrijding”. Alles kan en alles mag, pret hebben staat voorop. “Make Love Not War” wordt “Do It Yourself”, doe het vooral zelf.
De punkscene in Amsterdam is versnipperd. Er zijn veel bandjes, kunstcollectieven en clubjes. In de Sarphatistraat verenigen de punkers zich rond Diana Ozon en Hugo Kaagman in Gallerie Anus. Naast hun graffitikunst geven zij ook de Coekrandt uit. Hierin staan gedichten en collages, teruggrijpend op de Dada-stroming van begin twintigste eeuw, waarbij nihilisme en afwijzen van geaccepteerde kunstvormen centraal stonden. In Paradiso treden meer en meer punkbandjes op, zoals Ivy Green, The Speed Twins en Panic. In de zaal van de poptempel worden niet langer happenings georganiseerd. Er wordt gepogood en gefeest. In eerste instantie zijn het muzikanten die Punk gaan spelen. Maar al gauw zijn het de Punkers zelf die het podium op klimmen. Sommigen hebben tot dan toe nog nooit een instrument vastgehouden. 

De stemming slaat om

Kapitalisme! Weg ermee!
Zoom
Kapitalisme! Weg ermee!
Als dan ook de economische situatie in Nederland verslechtert, heeft dit weerslag op de punkbeweging. De werkloosheid begint rond 1980 sterk te stijgen, zeker onder jongeren. Er is na het studeren nauwelijks uitzicht op werk, veel jongeren leven van een uitkering. No Future. En zonder toekomst en zonder baan is er veel vrije tijd, die maar beter goed besteed kan worden. Als je het niet van de overheid moet hebben, dan moet je het zelf maar doen. De punkbeweging groeit en is op zoek naar een doel. In het straatbeeld wordt Punk steeds zichtbaarder; de hanenkammen, veiligheidsspelden en de zwarte make-up komen op.
In de grote steden is de woningnood hoog. Daar wordt steeds meer gekraakt en ook steeds meer ontruimd. De invloed van de kraakbeweging op de punk neemt toe, de punk begint zich sterker te engageren. “Punk en kraak hadden voor ons eigenlijk alles, bijna alles met elkaar te maken. Je woonde gekraakt en er gebeurde van alles”, zegt G.W. Sok, zanger van punkband The Ex. Naast de pret komt het protest. The Ex speelt in kraakpanden en bij ontruimingen, hun teksten geven commentaar op de gebeurtenissen in Nederland en in de wereld. Ze zingen over de kraakbeweging, maar ook over Engelse mijnwerkersstakingen en de burgeroorlog in El Salvador. G.W. Sok: “Laten we het hebben over wat ons bezig houdt en laten we dan vertellen zoals we het vanuit ons standpunt zien. En dan met name iets wat je in de gevestigde media niet te horen krijgt. Dus de andere kant van de medaille.”
Peter Pontiac tekent het geweld
Zoom
Peter Pontiac tekent het geweld
De stemming wordt grimmiger, het geweld neemt toe. Hoogtepunt zijn de rellen rond de ontruiming van panden op de Vondelstraat ende kroning van Beatrix. Krakers en ME leveren in Amsterdam een ware veldslag. Waar de kraakbeweging eerst nog op sympathie van de bevolking kon rekenen, nemen kritiek en onbegrip toe. Ook binnen de punkbeweging beginnen sommigen zich ongemakkelijk te voelen met dit gebruik van geweld.
Er ontstaat een splitsing tussen hen en degenen die geweld niet verafschuwen. “De ME is natuurlijk je vijand. Maar er was wel een grens. Je mocht gooien wat je wilde, maar als-ie opeens een meter voor je staat, sla je hem echt niet een baksteen in zijn gezicht”, aldus zanger G.W. Sok. Peter Pontiac, striptekenaar en woonachtig in de Sarphatistraat, tekent een strip waarin hij de dodelijke gevolgen van een bomaanslag van de IRA verwerkt. Hij roept de kraakbeweging op om niet in deze vorm van geweld te vervallen. En zo gaat Punk weer op zoek naar een nieuwe identiteit. Eigenlijk is de beweging altijd op zoek geweest naar wat ze nou eigenlijk is. Is het vooral pret? Of is het juist protest? Wat zijn de regels, of zijn die er juist niet? Één vuistregel heeft Punk altijd gekenmerkt; Doe Het Zelf! 
Regie en samenstelling: Marcel Goedhart
Research en tekst: Lizzy van Winsen

Literatuur

Jerry Goossens en Jeroen Vedder, Het gejuich was massaal. Punk in Nederland 1976-1982 (Amsterdam 1996).
Leonor Jonker, No Future Nu. Punk in Nederland 1977-2012 (Amsterdam 2012).
Fred de Vries, “Woedend Lawaai. Punk: steeds harder, steeds sneller”, in: De Groene Amsterdammer 2012. In speciale uitgave God Save the Queen (i.s.m. Centraal Museum Utrecht)
Punk in Paradiso (1978) is een film van Monica Kugel/Galerie Moon 
















Viewing all articles
Browse latest Browse all 1008


<script src="https://jsc.adskeeper.com/r/s/rssing.com.1596347.js" async> </script>