Author:Theo Baart
Publisher:nai010
ISBN:978-94-6208-244-1
For 40 years, and with a sense of fascination, Theo Baart has been photographing the fate of the landscape of his youth: the area near Schiphol Airport. Nowhere else in the Netherlands is the landscape under so much pressure; all the themes relating to spatial planning come to a head in this region, in a magnified form.
From a personal perspective, Baart describes in words and pictures how an agricultural area has been seamlessly welded into the Amsterdam metropolitan area, as the result of urbanization and the effects of globalization. He talks about the demolition of the suburb in the context of the plans for the centre of Hoofddorp, and the flooding of a onceempty polder with major infrastructure.
Theo Baart photographs the everyday landscape, with its housing developments, highways and shopping centres, as a mirror of Dutch culture. Werklust shows how the Dutch landscape has been completely turned on its head over the past 40 years, based on a single striking and personal example.
Interview Willem van Toorn Schrijver en dichter Willem van Toorn hecht het grootste belang aan het landschap. Zolang een mens een landschap begrijpt kan hij zich er thuis in voelen. âIn plaats daarvan gaan we onzin-natuur maken. En ons âeigenâ landschap vernielen we.â
Marjoleine de Vos
12 maart 2016
Het landschap rond Hoofddorp.
Fotoâs Theo Baart uit zijn boek âWerklust. Biografie van een gebruikslandschapâ (2015)
Hoe kwetsbaar een landschap is waar je je goed in voelt, dat besefte Willem van Toorn voor het eerst Ă©cht toen hij begin jaren tachtig op een avond met zijn toenmalige vrouw buiten op het erf van hun boerderij bij Hoofddorp stond te kijken. âWat rust die maan daar mooi op de horizon,â zeiden ze tegen elkaar. Maar er was iets met die maan. Hij bleef daar zo raar fel rusten. Hij steeg niet zilverig op.
Hij was geen maan.
Hij was bouwlicht, van de naderbij grommende dorpsuitbreiding van Hoofddorp, een uitbreiding die zich langzaam maar zeker in de jaren daarna uitrolde over akkers, weilanden, boerenerven, sloten, wegen, hekken, over heel dat boerenleven dat daar in eeuwen allerlei kleine sporen had nagelaten.
Leven dat hier bestond
behoudt een aanwezigheid
Dat hele idee van de kosmopoli- tische mens is een ideologische leugen.
waardiger dan wat nu lijkt
zo tastbaar te zijn. (-)
Landschappen veranderen, zo is dat altijd geweest. Dat is ook niet erg, zegt Van Toorn: âDaar zijn het landschappen voor. Gemaakt en gebruikt door mensen.â Het is wat anders als alles in één keer weggevaagd wordt. âDat betekent dat alle verhalen van de mensen die daar gewoond hebben, boeren, boerenarbeiders, dorpelingen, verdwijnen in een volledig abstracte wereld. Als een landschap een gegroeide harmonie heeft blijft het begrijpelijk. Ik wilde toen niet lang meer in de Haarlemmermeer blijven. In zoân snel gemaakte wereld, kijk je voortdurend uit op de tamelijk banale ideeĂ«n van degenen die die wereld voor je bedacht hebben.â
Het landschap is altijd een belangrijk onderwerp geweest in het werk en het leven van schrijver, dichter en essayist Willem van Toorn (1935). Hij schreef dichtbundels die titels dragen als Het landleven, Een kraai bij Siena of Eiland. In zijn roman De rivier (1999) spelen de voorgenomen dijkverzwaringen in het rivierenlandschap een grote rol â iets waar hij zich, samen met een groepje anderen, met hand en tand tegen verzette. Een paar jaar geleden verscheen Het grote landschapsboek (2011) en onlangs publiceerde hij Zolang deze heuvels van aarde zijn, een titel ontleend aan de Italiaanse schrijver Cesare Pavese. Het is een verzameling essays over landschappen, vooral die van schrijvers.
Landschap is niet zomaar een decor. Van Toorns nieuwe boek opent met deze zin: âHet landschap waarin een mens zijn leven doorbrengt is een van de meest fundamentele elementen die de waarde en de waardigheid van zijn leven bepalen, direct na de allereerste levensbehoeften (âŠ). Een landschap bestaat voor zijn bewoners behalve uit zijn fysieke kenmerken uit een ongelooflijk complex weefsel van ervaringen, herinneringen, sporen, verhalen, kennis, tekens die hij nodig heeft om zijn weg erin te vinden, nieuwe ontdekkingen een plaats te geven, zijn keuzes voor de toekomst te kunnen funderen op lessen uit het verleden.â
Zijn belangstelling voor het landschap werd al vroeg gewekt, waarschijnlijk, denkt hij, omdat hij met zijn ouders zo vaak vanuit Amsterdam naar de Betuwe ging, waar ze vandaan kwamen en waar de familie nog woonde. Zowel het stadse landschap als het rivierenlandschap vielen hem daardoor op. Tegenwoordig woont hij in Frankrijk, in de Berry, maar hij komt nog regelmatig in Amsterdam.
Oostvaardersplassen
VERANDERING
Schrijver Willem van Toorn (1935) en fotograaf Theo Baart werkten vaak samen, zowel in dichtbundels (Het landleven, 1981) als essayistische of meer strijdbare publicaties, (Projekt Nederland 2007, Het grote landschapsboek, 2011). Baart (1957) heeft door de jaren heen het veranderende landschap gefotografeerd.
Ik vertel dat ik op weg naar het interview door de lege grijze steppen van de Oostvaardersplassen ben gekomen. Hij lacht.
âLaten we gewoon inzien dat Nederland een in de loop der eeuwen prachtig ingericht parklandschap is. Onderhoud dat, geef boeren daar een functie in en jaag die mensen niet op met subsidies om groot te worden. Geef ze subsidies om klein te blijven en behoed dat ongelooflijk interessante cultuurlandschap.
âIn plaats daarvan gaan we onzin-natuur maken. Je hebt er geen relatie mee, je kunt er niet in. En ons âeigenâ landschap vernielen we.â
Steeds weer legt Van Toorn uit dat een landschap niet hetzelfde is als natuur. Het landschap is het geheel van gebouwde, gegroeide en gemaakte elementen, van huizen, bruggen, sloten, kaderanden, rivierdalen, akkers, stadsranden en dergelijke. Natuur is natuur. Ontstaan. Al wordt in Nederland ook veel natuur gemaakt. Niet iets waar Van Toorn erg enthousiast over is. In Het grote landschapsboek schrijft hij: âHet is overigens eeuwen geleden dat Nederland het soort natuur vertoonde waar de nieuwe natuurmakers zo dol op zijn. En al die eeuwen heeft de bevolking zich uit de naad gewerkt om het land droger en veiliger te maken (-) maar nu gaan we op zoveel mogelijk plaatsen terug naar een ânatuurâ van voor de Romeinse tijd.â
Wie een boerenlandschap uitwist, compenseert dat niet door elders wat ânatuurâ te creĂ«ren, vindt hij. Hij vertelt over de hoge ambtenaar van Rijkswaterstaat die ten tijde van de strijd tegen de grote dijkverzwaringen tegen hem en kunstenaar Willem den Ouden uitriep: âMaar heren, vertelt u mij nu eens, wat is er zo móói aan dit landschap.â
Van Toorn: âHij zag het niet. Daar zitten duidelijk leesbare Romeinse sporen in het landschap, Noormannenverhalen, een wereld van kasteeltjes â ja wat is er nou zo mooi aan. Hij wilde gewoon die dijkhuisjes afbreken, de uiterwaarden met hun rommelige natuur glad strijken. De toenmalige minister van Verkeer en Waterstaat mevrouw Smit-Kroes zei: âHeren, het is hier geen openluchtmuseum.â Het is de essentie van dat denken: als het oud is, dan moet het mooi zijn en dan is het museum, en verder is het tabula rasa en kun je maken wat je wilt.
âDĂĄĂĄr ben ik me bewust geworden van de gevolgen van het vrijemarktdenken. Voor die mensen is het allemaal macht en koopwaar.â
U heeft het vaak over sporen van vroegere bewoning en vroeger gebruik in een landschap. Heeft u zelf sporen in het landschap nagelaten?
âHeel sterk meen ik dat ik sporen heb nagelaten in het rivierenlandschap. Als die plannen destijds waren doorgegaan dan zou je nu een landschap hebben met rechte dijken ongeveer van de zee tot Nijmegen, alle markeringen in dat landschap zouden verdwenen zijn, alle dijkhuisjes zouden afgebroken zijn. Dus als ik daar rond rij dan zie ik wat ik, en ik niet alleen natuurlijk, gedaan heb.
âMaar ik zie het ook op heel kleine schaal: daar in Frankrijk daar heb ik honderden keren hetzelfde weggetje gelopen, eens wat geplukt, mistletoe uit de bomen gesneden. Dus kleine sporen heb ik daar zeker achtergelaten. Alleen al door het feit dat ik er woon.â
Tussen wolken en aarde de tekens:
dit waren wij, zijn wij. Kijk maar,
wij graven land uit het water,
stapelen stenen tot torens,
onze blik laat geen ruimte met rust.
Is de kracht van een landschap niet ook dat het kan aanspreken zonder dat je er iets van weet? Mensen lopen onwetend door Amsterdam en vinden het mooi.
âIk denk dat iedereen wel voelt dat daar iets bijzonderders aan de hand is dan in een nieuwbouwwijk. Ik was laatst in het nieuwbouwproject bij Utrecht, Leidsche Rijn â alleen al de onzin van die ch! Ik vroeg aan verschillende mensen waar we waren. Sommigen zeiden âVleutenâ anderen âUtrechtâ. Everybody knows this is nowhere, om met de grote dichter Neil Young te spreken.
âSteden zijn niet voor niets zo in trek. Maar je kunt het stedelijk landschap ook verpesten.â
Gebeurt dat in Amsterdam?
âDe stad zou trotser moeten zijn op zichzelf en zijn waarde. Amsterdam heeft al decennia lang gemikt op goedkoop rugzaktoerisme, en er wordt weinig gedaan voor de bewĂłners van de stad. Ik vergeet nooit mijn vriend die op de Prinsengracht woonde en daar helemaal gek werd van de almaar toenemende herrie van steeds meer cafĂ©s waarvoor vergunning werd verleend. Hij tekende protest aan en op de hoorzitting daarover zei zoân horeca-ondernemer: âNou dan moet die meneer niet in de stad gaan wonenâ. Die meneer woont zân hele leven al in de stad! Die man met zân cafĂ© is erbij gekomen en dan moet de bewoner weg omdat die man herrie moet kunnen maken!
âIk vind niet dat de stad altijd maar leuk en lawaaiig en vol festivals en dansfestijnen hoeft te zijn.â
Bent u naar Frankrijk gegaan omdat u echt daar wilde wonen of uit onvrede met Amsterdam?
âUit positieve overwegingen: we konden daar midden in de mooie Berry een huis kopen met een stuk land waar je in Nederland een vermogen voor zou moeten betalen. Ik schrijf dat George Sand, die daar in de buurt woonde, het landschap nog steeds zou herkennen. Dat is echt zo. Het is een bewoond cultuurgebied, dat natuurlijk niet stilstaat, maar er zit een structuur in die je nog kunt lezen en begrijpen. Ik vind het een heel mooi landschap en wens dat het in godsnaam maar onaangetast mag blijven.â
En is het ook Ășw landschap?
âWe hebben dat huis nu een jaar of twintig en ik heb het idee dat ik dat landschap nu echt ken, beter dan de meeste Nederlandse landschappen, behalve de Betuwe en Amsterdam. Ja, ik heb het idee als ik daar loop dat het ook mijn landschap is.â
Voelt u zich daar net zo thuis als in Nederland?
âNee, dat red je niet. Ik ken daar in Frankrijk veel mensen, mijn Frans is heel behoorlijk, maar ik ken niet al die duizenden nuances, kleine veranderingetjes in de taal, het spreken in afkortingen. Het huis en het landschap, daar ben ik in thuis, de taal en de cultuur nooit helemaal zoals ik dat hier zou zijn. Er gebeurt iedere dag toch weer iets dat ik verkeerd begrijp of waarvan ik besef: oei, fout.â
We praten over het gevoel van thuis-zijn, wat daar de ingrediënten voor zijn. Dat je het landschap kunt lezen, dat je het begrijpt, zegt Van Toorn. Hij heeft het gevoel dat veel landschap, en daarmee veel thuisgevoel, hem is afgenomen. Doordat de wereld, zeker in Nederland, steeds meer in een pretpark verandert, de banalisering van het landschap noemt hij dat.
In uw vorige bundel schreef u over het verlies van veel nabije mensen. Dat is ook een vorm van zich minder thuis voelen.
âJa. Dat geeft je het gevoel dat je het meer op je eentje moet redden. Dat heeft met leeftijd te maken natuurlijk. Mensen horen ook bij je landschap, net als hun ontbreken daarin. Het zijn er eigenlijk al veel te veel. Dat maakt me wel oud.â
U eindigt een van die gedichten, over uw zuster: âHier wordt het nooit meer zoals toen jij er was.â
âDat geldt voor alles, aldoor. Als je 25 bent is dat besef nog niet zo sterk, maar als je zo oud bent als ik is dat onlosmakelijk onderdeel van je leven. Ik kijk daar af en toe bewust naar, dan is het denk ik makkelijker te verdragen. Zoals ik ook af en toe ga kijken in landschappen die ik verschrikkelijk lelijk ben gaan vinden, om te weten wat er gebeurt.â
De rechtse denker Thierry Baudet spreekt van âoikofobieâ, âhuisangstâ. De politiek zegt hij, heeft niet genoeg oog voor het verlangen van de mens om thuis te zijn, geborgen te zijn.
âDaar ben ik het mee eens. Als je zegt dat mensen graag een plek hebben waar ze thuis zijn, waar ze zich goed voelen, dan wordt er al na vijf minuten gesproken over Blut und Boden, maar daar heeft het niets mee te maken. Je verloochent iets heel wezenlijks van mensen als je dat verlangen ontkent. Dat hele idee van de kosmopolitische mens is een ideologische leugen, zo zit de mens helemaal niet in elkaar. Misschien een heel kleine elite die over de wereld vliegt, maar gewone mensen die de kinderen naar school moeten brengen en hun brood moeten verdienen, zijn gebaat bij een goede plek om te wonen. En dan hoef je ook niet zo bang te zijn voor nieuwe mensen die er binnenkomen. Hoe meer je je thuis voelt, hoe minder paniekerig je raakt van nieuwkomers, dat kun je dan wel verwerken.â
Het zijn wel grote groepen. Dat is weer tegen het idee van geleidelijke verandering.
âWe zetten ze nu in kampen bij elkaar. Dat is het domste wat je kunt doen. Als je de mensen in kleine eenheden verspreidt, zodat ze in de gemeenschap opgenomen kunnen worden, dan is het een ander verhaal.
âIk heb ooit in een dorpje in de Peel gezien hoe een stijve man op een hoge fiets over een weggetje kwam fietsen met acht pikzwarte mannen achter zich aan, ook op de fiets. Dat is de burgemeester, zei mijn schoonmoeder, die leert zelf de Congolezen fietsen die hier zijn gekomen. Kijk, zo kan het ook. Dat lijkt misschien kinderachtig, maar dat is de wereld.â
Het ingewikkelde verhaal van verstedelijking in beeld
Joke Beeckmans
21 november 2015
Eetcafé in het centrum van Hoofddorp.
Foto: Theo BaartÂ
âSommige fotoâs lijken nu wel uit de middeleeuwenâ, zegt Theo Baart (1957) over zijn eerste afdrukken van Hoofddorp uit de jaren zeventig. âEr is zoveel zo snel veranderd.â Baart fotografeert al veertig jaar lang zijn woonplaats.
In het Nederlands Fotomuseum exposeert hij nu een overzicht. De fotograaf vertelt erover in verband met het novemberthema van Nederland Fotografeert: âMijn stad - Mijn dorpâ.
âHoofddorp is eigenlijk zowel mijn stad als mijn dorpâ, zegt Baart. âToen ik er begin jaren zestig met mijn ouders ging wonen, was het nog een typisch Nederlands plattelandsdorp. Wij waren zowat de eerste importstedelingen uit Amsterdam. Inmiddels is het dorpje een onderdeel van die metropool.
âWeinig periodes in de geschiedenis veranderde het Nederlands landschap op zoân grote schaal en in zoân waanzinnig tempo als in de afgelopen decennia. Door de nabijheid van Schiphol was dat in Hoofddorp extreem zichtbaar. Toen de transformatie van dorp naar stad midden jaren zeventig begon, ging het zo snel allemaal dat ik als middelbare scholier besloot het te documenteren.
Verstedelijking
âIn de tentoonstelling Werklust in het Nederlands Fotomuseum probeer ik nu met hele simpele beelden het ingewikkelde verhaal van verstedelijking te vertellen. In de ene zaal hangen zwart-wit fotoâs van het verdwenen dorpse landleven uit de periode tussen 1975 en midden jaren negentig. In de andere zaal laat ik kleurenfotoâs zien van het moderne stadsleven dat in de plaats kwam.
âDe ondertitel van de tentoonstelling en het gelijknamige fotoboek is âBiografie van een gebruikslandschapâ. In de randstad wordt land vooral nuttig gemaakt. Het gaat allemaal om geld verdienen. We richten alles praktisch en functioneel in, niet noodzakelijk mooi. Omdat het land schaars is, moet ook ieder hoekje en gaatje benut worden.
Werklust, Biografie van een gebruikslandschap, t/m 17 jan, Nederlands Fotomuseum. nederlandsfotomuseum.nl
Publicatie: Werklust. Biografie van een gebruikslandschap | Uitgeverij NAi010/Ideas on paper
âDeze manier van omgeving inrichten, zegt veel over onze cultuur en over wie wij zijn. Daarom vind ik het zo interessant om vast te leggen. Ik ben daarbij misschien ook wel een kind van mijn tijd. Ik ga niet bepaald op zoek naar schoonheid. Ik wil vooral een betekenisvolle mededeling doen. Ik geloof in goede fotoâs. Mooie fotoâs vind ik krullendraaierij, flauwekul.
Op deze foto van het centrum van Hoofddorp staat een eenzaam overgebleven oud woonhuis. Het is een snackbar geworden en het staat te midden van allemaal nieuwe gebouwen. Het beeld laat een laatste stadium zien in de transitie van oud naar nieuw.
De opname is trouwens van twee jaar geleden. Inmiddels is het pand grijs geschilderd. Dat zegt iets over de snelheid waarmee wij ons aan onze omgeving aanpassen. Al is het natuurlijk onvermijdelijk dat ook dit huis straks gesloopt wordt.â
RECENSIE â 24.11.15
De achtertuin van Theo
Tijs van den Boomen
Werklust, biografie van een gebruikslandschap is, afhankelijk van je standpunt, een fascinerend of huiveringwekkend verhaal in beeld en woord van fotograaf Theo Baart over het meest Amerikaanse stuk van Nederland, de Haarlemmermeer.
Werklust-theo-baart00
spread uit het besproken boek
Kan een fotoboek over een landschap persoonlijk zijn? Ja, uiteraard kun je dat zeggen, maar meestal is daarna een abstracte redenering nodig om die typering ook min of meer aannemelijk te maken. Het boek dat fotograaf Theo Baart over de Haarlemmermeer maakte is persoonlijk in gewonemensentaal. Hij fotografeerde het landschap waar hij als driejarige jongen kwam wonen en dat hij zijn hele verdere leven is blijven volgen. Tien jaar geleden ging hij er zelfs opnieuw wonen.
Uit het archief dat hij in veertig jaar bij elkaar fotografeerde is het boek Werklust ontstaan, een indrukwekkend portret van het meest Amerikaanse stuk van Nederland. Baart maakte onder de titel Bouwlust al eerder een boek over de polder rond koekoeksjong Schiphol, maar dat was een veel klassieker fotoboek, met essays van deskundige buitenstaanders.
Nu gaat hij tegelijk thematischer én persoonlijker te werk om de enorme veranderingen in de Haarlemmermeer te laten zien. Achtereenvolgens behandelt hij land, stad, straat, ventweg, vaart, startbaan, dijk en hoofdweg. En bij elk deel heeft hij zelf een goed doordachte inleidende tekst geschreven, met oog voor detail. Klinkt niet erg persoonlijk?
Wel bij Baart, die de allereerste foto die hij ooit maakte prominent in het boek heeft durven zetten. In 1975 had hij een plastic DDR-camera aangeschaft en om te kijken of dat ding het wel deed maakte hij vanuit de huiskamer een foto van de rijtjeshuizen aan de overkant. Dat leverde een korrelig testbeeld met een auto die als een veeg door het beeld reed. Niks bijzonders, maar nu staat die foto over twee paginaâs in het boek als opening van het hoofdstuk âStraatâ.
Werklust-theo-baart07
spread uit het besproken boek
En het werkt, want Baart begon de Leeghwaterstraat in Hoofddorp in 2012 opnieuw te fotograferen aan de vooravond van de sloop. In het lege huis maakt hij een familieportret: zijn ouders, zijn broer en hijzelf voor een gestripte wand, de gaskachel is het enige dat nog resteert van de vroegere inrichting. Daarna dichtgetimmerde ramen, een graafmachine die een hap uit het dak neemt, de hekken rond het lege terrein met een artist impression van de huizen die er straks voor in de plaats zullen komen.
Droge beelden, die zonder sentimentaliteit het verdwijnen van een huis documenteren. âWe hebben onze sporen getrokken ook al is dat niet zo zichtbaar meerâ, laat Baart zijn vader zeggen, die als 28-jarige uit de Amsterdamse Kinkerbuurt naar Hoofddorp verhuisde om er hoofdonderwijzer van de dorpsschool te worden.
In de Haarlemmermeer is de verandering permanent, de ruimtelijke planning wordt gedicteerd door de woningbehoefte van grote buurman Amsterdam, door nationale en internationale infrastructurele lijnen als de A4, de A9, de HSL en de Westrandweg, door grondspeculatie en de hausse en neergang in de kantorenmarkt, maar bovenal door de reus Schiphol. Hoe illusoir het is om hier als gemeente grip op te krijgen, demonstreert het slotbeeld van het boek: een kantoorinterieur met een systeemplafond en een lege kapstok, aan de muur hangen een kaart van het gebied en twee ingelijste, niet-ontspiegelde fotoâs van Baart zelf. Hier moeten de ambtenaren ruimtelijke ordening van de gemeente Haarlemmermeer weerwerk zien te leveren aan de grote krachten die op hen afkomen.
Fotografie is bij uitstek geschikt om veranderingen te documenteren, merkt Baart op, en daarvan getuigen niet alleen de verdwenen schuren die hij in de traditie van Bernd en Hilla Becher monumentaal heeft gefotografeerd, maar ook de tweeluiken van een plek voor en na een grote verandering, zoals het Burgemeester van Stamplein dat van een dorpswinkelcentrum op een desolate parkeervlakte veranderde in een shopping mall die op Schiphol niet had misstaan.
Veelzeggend, inderdaad, âmaar fotoâs analyseren nietâ, constateert Baart tegelijk spijtig. Vandaar de teksten met mooie persoonlijke anekdotes â zijn moeder is een van de âmalle wijvenâ die zich verzette tegen de gestage uitbreiding van Schiphol â, maar vooral met beschrijvingen van de grote ruimtelijke veranderingen, van de aanleg van de Geniedijk in de net drooggevallen polder als onderdeel van de Stelling van Amsterdam tot de gebundelde deconcentratie die Hoofddorp explosief liet groeien en de huidige ontwikkeling van de Westas, de corridor tussen Schiphol, de Amsterdamse haven en bloemenveilig van Aalsmeer.
Werklust-theo-baart05
spread uit het besproken boek
De behoefte om het verhaal te vertellen van het Los Angeles van Nederland, waar nooit gebrek is geweest âaan ondernemersgeest, opportunisme en creativiteitâ, heeft ook geleid tot opmerkelijke keuzes in de vormgeving. Werklust is, anders dan de meeste fotoboeken en dus ook anders dan Bouwlust, een staand boek. En dat moet een moeilijke beslissing zijn geweest voor een landschapsfotograaf, want dat betekent dat de veelal liggende fotoâs âover de vouwâ komen te staan. Pas in tweede instantie is het voordeel evident: zo kun je het boek zowel tekstueel als visueel veel makkelijker lezen.
De paginaâs zijn dan ook gewoon genummerd, bij elke foto staat zelfs de plaats vermeld waar die is genomen. Uiteraard in een bescheiden lettertype, en door de verticale plaatsing bovendien werkt het bijna als een grafisch element, maar evengoed is het voor een fotograaf een offer om het maagdelijk witte kader om de foto te verstoren. De meesten zijn daartoe dan ook absoluut niet bereid.
Heeft het daarmee als fotoboek aan kwaliteit ingeboet? Integendeel, het 252 paginaâs dikke en ruim twee kilo wegende Werklust is een prachtboek, met een hechte opbouw die nergens hermetisch wordt, met een diepe historische gelaagdheid, met een feilloze afwisseling van weidse landschappen en claustrofobische kantoorinterieurs, van rafelige rommelzones, markante portretten van bewoners en de pijnlijkheid die inherent is aan net opgeleverde nieuwbouwwijken.
Werklust-theo-baart03
spread uit het besproken boek
Het is lastig om hier geen opsomming te geven van beelden die me raken. Een paar dan. Er zijn oude bekenden bij uit Bouwlust die door hun nieuwe plek een nieuwe betekenis hebben gekregen, zoals de foto van twee verlegen boerenjongens in overall. Deze staat nu ingeklemd tussen een beeld van een gesloten begraafplaats waar een vliegtuig achterlangs taxiet en een dubbel beeld van een oude houten schuur die is gesloopt en de halfopen loods die daarvoor in de plaats is gekomen.
Er zijn onverwachte beelden als een halfvervallen kas die in gebruik is als autostalling, de tachtig jaar oude vleugelnootboom uit de tuin van de dorpsdokter die nu het nieuwe winkelcentrum markeert, een volledig gestript kantoorinterieur met enkel nog een wirwar van ontluchtingskokers aan het plafond, twee strenge nieuwbouwpanden waartussen een kneuterige pizzeria staat ingeklemd â een beeld dat je eerder in Vlaanderen zou verwachten dan midden in Hoofddorp.
Fascinerend zijn ook de vier spreads van de polder met Schiphol als een fata morgana op de achtergrond. Steeds vanuit hetzelfde perspectief genomen, maar bij steeds andere weersomstandigheden. Het mooiste is het beeld bij grondnevel: op de voorgrond zie je de sloot en de zware zwartgrijze velden, helemaal linksboven in beeld een veeg blauwe licht, waar de zilveren vogels heen willen. Schiphol zelf is gehuld in de mist â ook als je de luchthaven niet ziet, blijft ze allesbepalend.
Werklust-theo-baart01
spread uit het besproken boek
Het hoofdstuk âHoofdwegâ blikt vooruit: wordt Schiphol een perifeer vliegveld door de opkomst van Dubai en Istanbul? Zal de circulaire economie werkelijk zijn intrede doen? Wat zullen de gevolgen zijn van de in 2013 opgeleverde A5, die een rechtstreekse verbinding tussen luchthaven en zeehaven tot stand bracht? Zeker is dat de Haarlemmermeer nieuwe veranderingen zal doormaken en Baart twijfelt: âOp welke plekken moet je nu met je camera gaan staan?â
Hij kiest voor de noordkant van de Haarlemmermeer en via de A5 gaat hij zelfs even naar het Westelijk Havengebied om de kerosinetankers te laten zien die daar aanmeren. Dat er een relatie is tussen Schiphol en de Amsterdamse haven is duidelijk en dat die sterker zal worden ook â op de enige foto die Baart op Schiphol heeft gemaakt zie je een vergadertafel met daarachter een reusachtige plankaart van de metropoolregio â maar toch voelt het een beetje als vals spelen als hij de Haarlemmermeer verlaat. Gelukkig keert hij na een paar beelden terug naar de vers geploegde aarde van de polder.
In het nawoord schrijft Baart dat Werklust, net als zijn voorganger Bouwlust uit 1999, ook snel gedateerd zal raken. Hij verheugt zich er al op: âIk heb nog meer beelden van twintig jaar geleden die nog een andere betekenis kunnen krijgen.â Er komt dus een vervolg, de titel is al bekend: Landlust. De Haarlemmermeer mag blij zijn met zoân biograaf.