Nagele revisited
A Modernistic Village in the Polder
A Modernistic Village in the Polder
Design: CG Ontwerpers, Illustrated (colour and b/w), Paperback, sewn, 144 pages, Size: 24 x 28 cm
English edition, ISBN 90-5662-516-0 / 978-90-5662-516-0,
Also available in Dutch edition, ISBN 90-5662-490-3 / 978-90-5662-490-3, € 35.00
English edition, ISBN 90-5662-516-0 / 978-90-5662-516-0,
Also available in Dutch edition, ISBN 90-5662-490-3 / 978-90-5662-490-3, € 35.00
With the support of the Mondriaan Foundation, the Netherlands Architecture Fund, the VSB Fonds, the Prince Bernhard Cultural Fund, the Netherlands Foundation for Visual Arts, Design and Architecture, the Flevoland County Council, the Noordoostpolder Local Authority, and the Rabobank Noordoostpolder-Urk.
In association with Ideas on paper
Exhibition opens in June 2006 at Museum Nagele on the occasion of Nagele's 50th anniversary
Prepublication in the M magazine supplement of the NRC Handelsblad newspaper
Prepublication in the M magazine supplement of the NRC Handelsblad newspaper

But no matter how modern the concept of the village was, it has not been able to evade rural developments that the designers could not have foreseen: the intensification of mobility, the increase of scale and mechanisation in the agricultural sector, and the arrival of immigrants. Nevertheless, the original concept, which is no less rigid than that of the Bijlmermeer, seems to have remained intact.
The documentary photographers Cary Markerink and Theo Baart have been following the changes in Nagele since 1984. They use photographs from family albums of the pioneer period and above all their own photographs from the period 1986-2006 to show how an introverted agrarian village turned into a community of commuters.
Sociologist and journalist Warna Oosterbaan interviewed local councillors, residents and entrepreneurs in Nagele. He discovered that the pioneer spirit is still alive in Nagele, but also that the villagers have time and again changed course at the right moment.

Er is wel degelijk iets veranderd in ’t Schokkererf

Wie: restauranteigenaar Klaas Dijkstra. Waarom: in het deze week verschijnende fotoboek Nagele revisited, een modernistisch dorp in de polder staan twee portretten van hem.
Het lijkt op een krantenpuzzel: ‘Zoek de zeven verschillen’. Twee foto’s van Klaas Dijkstra achter de tap van café-restaurant ’t Schokkererf in Nagele. De ene foto dateert uit 1987, de ander is onlangs gemaakt. Hoewel de oudste foto in zwart-wit en de recente opname in kleur is, dringen de overeenkomsten zich eerst op.
Nog steeds staan de jeneverkelkjes en biervaasjes op dezelfde plek achter de gestreepte toog. Nog altijd is een van de zes lampjes boven de bar stuk. En Klaas Dijkstra leunt nog altijd met zijn rechterarm op de tapkast.
De foto’s staan in het boek Nagele revisited, dat deze week verschijnt. Het is het tweede boek dat de documentaire fotografen Theo Baart en Cary Markerink maakten over dit markante dorp in de Noordoostpolder. Twintig jaar geleden portretteerden zij Nagele voor het eerst. Onlangs gingen ze terug.
Klaas Dijkstra kijkt met weemoed naar de twee foto’s die van hem zijn gemaakt. Zijn werkplek is de afgelopen decennia wel degelijk veranderd, vertelt hij. De klok boven de bar is vervangen, net als het koffieapparaat. En op aandringen van zijn klanten (‘trek eens wat vlotters aan’) tapt hij tegenwoordig niet meer in traditioneel kelnerskostuum, maar in een geruit overhemd met korte mouwen.
Maar het belangrijkste verschil is dat zijn broer Menze op de recente foto ontbreekt. „Ik sta daar in mijn uppie. Mijn broer is maart vorig jaar overleden. Dat is een gemis.” Samen hadden ze de leiding over het familiebedrijf, hun zusters staan in de keuken. „Het is niet zo dat ik er geen lol meer in heb, integendeel. Maar sinds zijn overlijden is het werk wel een stuk intensiever geworden.”
Nagele telt twee andere uitspanningen: een partyboerderij en een snackbar. Als het aan Dijkstra ligt, zet een ander de concurrentie voort. ’t Schokkererf staat te koop. Al enige tijd zelfs, zegt Dijkstra. „We hebben de tijd niet mee.”

HET LAATSTE MODELDORP
Vijftig jaar geleden werd Nagele gesticht, een modeldorp in de Noordoostpolder. De crème de la crème van de Nederlandse architectuur ontwierp een ruime nederzetting waar de landarbeiders op adem konden komen. Nu wordt het dorp bevolkt door forensen, immigranten en een enkele nazaat van de oorspronkelijke pioniers. Theo Baart en Cary Markerink fotografeerden het dorp in 1986 en 1987 en keerden er onlangs weer terug. Portret van een dorp waar alle daken plat zijn.
Warna Oosterbaan
29 april 2006
De a6 loopt in een rechte lijn door de Flevopolder, en daarna door de Noordoostpolder. Je komt langs Almere, Lelystad en Emmeloord. Veel wind- molens onderweg en hier en daar een kunstwerk in de berm. Uitzicht op vlak land en flinke stukken water.
Vlak na de Ketelbrug, de verbinding tussen de Flevopolder en de Noordoostpolder, is een afslag met een bord: Nagele, Schokland. Schokland was een eiland dat zesduizend jaar geleden al bewoond was. Nagele is nieuwer: het bestaat binnenkort vijftig jaar.
'Wij zijn het modernste dorp van Europa', zegt Johan van der Slikke. Hij heeft een makelaarskantoor in Nagele. Hij zegt het met een twinkeling in zijn ogen, maar hij meent het ook wel een beetje. Als het weer meezit, zo in het voorjaar, als het gras groen is, de bomen weer in blad staan en de inwoners langs de Ring kuieren, dan begrijp je wel wat hij bedoelt. Op het eerste gezicht ziet Nagele er niet zo nieuw uit. De stoepen zijn hier en daar verzakt, de huizen en de winkels soms wat verveloos. Maar wat je wel ziet is dit: het wás ooit modern, het ademt modernisme. Op dezelfde manier als een Citroën ds uit 1956 nog steeds modern is, of een radiotoestel van Braun uit dezelfde periode.
Want een gewoon dorp is Nagele niet. De kern van het dorp is een enorm grasveld, waarop vier kerken en drie scholen staan: de gemeenschap. Om het grasveld heen loopt een straat die de Ring heet, maar die gezien zijn vorm beter de Rechthoek had kunnen heten. Aan de buitenkant van de Ring staan de huizen, die allemaal in hofjes zijn gegroepeerd. Daar wonen de leden van de gemeenschap. Om de hofjes, aan de buitenkant van het dorp, ligt een beschermende bosrand.
Het duurt even voordat je het ziet, maar dan valt het op: alle huizen, alle winkels en alle andere gebouwtjes hebben een plat dak.
De huizen aan de Vlashof, het makelaarskantoor van Van der Slikke en café-restaurant 't Schokkererf. En nóg iets bijzonders: de jaren zeventig, tachtig en negentig zijn aan dit dorp voorbijgegaan. Alles is sober en eenvoudig, nergens heeft de middenstandsvereniging of een bewonersgroep een beeldje neergezet of een fontein laten aanleggen. Het is hier ruim en leeg, net als in de polder, en toch is het beschut.
Bedacht en ontworpen
De ruimte, de leegte, het groen, het is allemaal bedacht en ontworpen. Ruim dertig architecten en stedenbouwkundigen hebben er bijna tien jaar lang over gepraat en aan getekend, van 1947 tot 1956. Aldo van Eyck, Mart Stam, Gerrit Rietveld, Benjamin Merkelbach, Cornelis van Eesteren en anderen, allemaal kopstukken van het Nieuwe Bouwen. Ze waren verenigd in de groep 'de 8' en later kregen ze nog gezelschap van Rotterdamse architecten uit 'Opbouw', zoals Jaap Bakema. Tuinarchitecte Mien Ruys ontwierp de groene ruimten in het dorp.
De huizen zijn niet groot, ze waren vooral voor landarbeiders bedoeld, en die woonden nu eenmaal klein. Maar de woonblokjes staan royaal in het groen. Vijf woningen per hectare, dat vind je alleen in villawijken. 'Als ik er kom ontroert het me nog steeds', zegt planoloog Zef Hemel, die een boekje schreef over het ontwerp van Nagele, en nu adjunct-directeur is van de dienst Ruimtelijke Ordening in Amsterdam. 'Als geheel is het wonderschoon. Een van de weinige ideaal-nederzettingen die er zijn. En het staat cultuurhistorisch nog steeds overeind.'
Het is waar, de andere dorpen van de Noordoostpolder, zoals Espel, Tollebeek, Kraggenburg, Bant of Luttelgeest, liggen er een stuk ongeïnspireerder bij.
De planning van Nagele beperkte zich niet tot de huizen en de grasvelden. Bij de bewoners werd evenmin iets aan het toeval overgelaten. Zoals dat ook in de rest van de Noordoostpolder het geval was, werden de aspirant-bewoners zorgvuldig gekozen. Er was een grote honger naar land zo vlak na de oorlog. Boerenzoons, landarbeiders, avonturiers, iedereen wilde wel een toekomst in de polder. Maar de eisen waren streng.
Je moest tussen de 26 en 50 zijn, in de landbouw werkzaam, van onbesproken gedrag en getrouwd zijn of ver gevorderde trouwplannen hebben. Een leger van selecteurs ging op het oude land op huisbezoek en koos uit de vele gegadigden de beste kandidaten. Als het erf er slordig bij lag, de bedden 's middags nog niet waren opgemaakt of als de vrouw des huizes gezellig een sigaretje opstak, dan velden de selecteurs een negatief oordeel. Naar gelang hun geschiktheid kregen de kolonisten 12, 24, 36 of 48 hectare in pacht.
De staat bleef eigenaar van de grond, pas veel later zouden de boeren het land kunnen kopen.
Onderduiker
Henk te Raa was een van de pioniers die uiteindelijk een boerderij konden pachten. In 1943 vertrok hij uit zijn geboortedorp Borculo naar het nieuwe land, als onderduiker. 'Toen zag ik het geweldige van dat land', zegt Te Raa nu. 'Daar wilde ik blijven.' In 1955 kreeg hij 31 hectare van de overheid in pacht en begon hij zijn eigen boerenbedrijf. Te Raa is nu 83 en woont met zijn vrouw Reintje aan de Havenweg, even buiten Nagele.
Actievere tachtigers zijn moeilijk te vinden. 'Maar', zegt Te Raa, 'in het verenigingsleven zit ik niet meer zo. Alleen nog in de Bijenvereniging, en de Aardappelkwekersclub. Man! Ik had zo'n mooi aardappelras gekweekt. Het zou naar mijn vrouw gaan heten. Reintje. Maar die aardappel kon niet door de machine gerooid worden. En dan heb je dus niks!
'Verder ben ik lid van het cda, en van de Vrienden van Schokker.
En vrijdagavond ga ik naar de soos.' Bij zijn vrouw is het ook minder geworden. 'Ik ben nog wel lid van de tuinclub, en van de kunst- en cultuurclub. En ik zit in een bijbel-gespreksgroep, op een boekenclub en ik doe aan aquagym. En verder de wandelclub, de vrouwenvereniging, en gewone gymnastiek. En dan doe ik nog vrijwilligerswerk in het museum.'
Het museum is de voormalige rooms-katholieke kerk, ontworpen door architect Jaap Bakema. Bij gebrek aan kerkgangers herbergt het monumentale gebouw nu een permanente expositie over de architectuurgeschiedenis van het dorp, ook zijn er wisselende tentoonstellingen te zien.
Het museum wordt bemand door meer dan honderd vrijwilligers, die bij toerbeurt en met zijn tweeën de bezoekers ontvangen. Het dorp is trots op zijn architectuur en koestert de platte daken als een kostbare schat.
'De gemeenschapszin is hier heel groot', zegt Cees van der Sar, voorzitter van Vereniging Dorpsbelang Nagele. Dorpsbelang behartigt de belangen van het dorp bij het gemeentebestuur, dat in Emmeloord zetelt. 'Ik schat dat de helft van het dorp wel vrijwilliger is bij het een of ander. Als we een feest hebben, dan timmert de aannemer voor niks en de loonwerker graaft pro deo. 'Dat komt', zegt Harm Piet Smith, Nagelees sinds 1978 en nu voorzitter van museum Nagele, 'doordat iedereen die hier is komen wonen niet dat behoudende had, dat geborgene. Ze hadden allemaal de moed gehad om te verkassen, om met elkaar een nieuw leven te beginnen. Hier heerst sterk het idee: we kennen elkaar allemaal en dat knappen we even op.'
Maar hoe zit dat met de nieuwe bewoners? 'Ze krijgen allemaal een informatiepakket', zegt Cees van der Sar. 'En ze worden bijna allemaal lid van de buurtvereniging.' Toch valt het niet te ontkennen: nieuwe bewoners voelen niet dezelfde verbondenheid met de plaats als de eerste bewoners. Ze werken in Kampen, Zwolle of Lelystad en ze kiezen voor Nagele omdat het er rustig wonen is. Of ze komen uit Polen, Bosnië of Suriname en hebben in Nagele hun tenten opgeslagen omdat daar toevallig plaats was.
Er is een tijd geweest dat woningbouwvereniging Mercatus, die de meeste huizen in bezit heeft, geen huurders voor de goedkope woningen kon vinden of 'moeilijke gevallen' in de woningen plaatste. 'Brandnetels tot aan de vensterbank, dat werk', zegt Smith. Daar heeft Dorpsbelang de woning- bouwvereniging een paar keer dringend op aangesproken. Sinds die tijd gaat het beter. Maar het is onweerlegbaar: met de intrede van de Polen, de forensen en de andere nieuwkomers is Nagele pas echt een modern dorp geworden.
Nil sine labore
Ook op de buitenwegen, waar de boerderijen staan, is het polderleven aan het veranderen. Maar pioniers als Te Raa en zijn vrouw zetten zich nog elke dag in voor de gemeenschap. Toen de uit Aruba afkomstige Azara Mingo met haar man in een verbouwd landarbeidershuis aan de buitenweg kwam wonen, stapten de Te Raas al spoedig op haar af.
'We zijn heel goed opgevangen. Door de Te Raas, maar ook door een paar andere mensen hier. Onze kinderen zeggen nu opa en oma tegen ze.' Mingo werkt in het theater 't Voorhuys in Emmeloord. Op zondag zingt ze de sterren van de hemel in Nil sine Labore, het koor van de Samen op Weg-kerk in Nagele.
Tegenover inburgeringen als deze staan weer mensen die juist steeds minder met Nagele van doen hebben. Neem Nico Bleeker. Hij is de zoon van een boer die in 1955 een bedrijf in pacht kreeg. Hij woont op de voormalige boerderij van zijn vader, maar alle grond is verkocht, de boerderij is verbouwd en Bleeker heeft zijn vleugels uitgeslagen. 'Nee, ik ben niet meer zo betrokken bij het sociale leven', zegt Bleeker. 'Vroeger wel, maar nu zit ik veel in het buitenland.' Bleeker kan model staan voor een generatie die zijn wortels in de agrarische sector heeft, maar inmiddels iets anders doet. Hij is nu consultant, en brengt zijn kennis van het boerenbedrijf vooral in Indonesië in de praktijk.
Makelaar Van der Slikke bewandelt nog een middenweg. Ook hij is een boerenzoon, en ook hij is in een andere branche beland. Maar hij heeft nog 24 hectare in bezit en het boerenbedrijf doet hij erbij, 's avonds en in de weekenden, met hulp van zijn vrouw. 'Ik probeer het in stand te houden zoals het was.' Om het geld doet hij het niet, het is iets anders. 'Je wordt wel eens wakker en dan weet je: het voorjaar is er! Dat is zo'n boergevoel! Dan ben ik niet meer te houden. Dan zit mijn vrouw op kantoor en rijdt deze jongen op het land.'
'Misschien', zegt Van der Slikke, 'is het wel zo dat door de beperkte grootte van de bedrijven in de Noordoostpolder de boeren al vroeg begrepen dat ze er iets bij moesten doen.' De een werd agrarisch makelaar, de ander consultant en weer een ander begon een fabriekje waar aanhangwagens worden gemaakt.
Dat was de ene strategie. De andere was schaalvergroting. De polder begon met zo'n 1600 landbouwbedrijven, het zijn er nu nog geen duizend en de verwachting is dat over een jaar of tien daar nog de helft van over is. Niet doordat er grond aan de landbouw onttrokken wordt, maar meer omdat een landbouwbedrijf van minder dan 80 hectare nauwelijks nog rendabel te krijgen is. Van der Slikke verwacht dat er de komende tijd nog zo'n 500 boerderijen vrij zullen komen voor particuliere bewoning.
De beste grond
Zal de Noordoostpolder wel een landbouwgebied blijven? De Nagelezen hopen het. 'Het is de beste grond van Europa', zegt Henk te Raa. 'Ik denk het wel', zegt Johan van der Slikke. 'De grond is heel goed, en de verkaveling is voor de boerenbedrijven heel praktisch. Alles is recht.' Maar hij voorziet wel een overschakeling op intensievere landbouwvormen, misschien ook glastuinbouw. 'In die bulkproducten als aardappelen, uien en tarwe zit niet heel veel toekomst meer', zegt ook Nico Bleeker. 'Misschien moeten we het zoeken in de alternatieven voor fossiele brandstoffen. Als ethanol aan de benzine wordt toegevoegd, komen de suikerbieten weer in beeld.'
En hoe moet het verder met het dorp? Met Nagele? De noodzaak tot schaalvergroting heeft ook hier toegeslagen. Het winkelpand van woninginrichter Withaar staat te koop. Hij heeft in Nagele geen expansiemogelijkheden meer en is met zijn vloerbedekking naar Emmeloord verkast. Voor café-restaurant 't Schokkererf is Nagele al heel lang te klein en sinds er ook bruiloften en partijen in schuren op het land worden georganiseerd, is de exploitatie penibel geworden. De kapper kan het nog bolwerken en het plaatselijke supermarktje is een soort solidariteitsproject. 'Als je wilt dat de supermarkt blijft', zegt Van der Sar, 'dan moet je er ook je boodschappen doen, zeg ik tegen iedereen.'
Uitbreiding is het enige dat erop zit. De Nagelezen zijn er daarom erg over te spreken dat de gemeente Noordoostpolder onlangs tien hectare aan de oostkant van Nagele heeft aangekocht voor woningbouw. Er zullen zo'n 150 woningen verrijzen. Met platte daken, want dat staat inmiddels in het bestemmingsplan. 'En het moet geen wijkje worden van dertien in een dozijn', zegt Anjo Geluk. Ze woont op een boerderij even buiten Nagele en zit voor de vvd in de gemeenteraad van de Noordoostpolder. 'Ik heb een plan ingediend om er weer een bijzonder architectonisch project van te maken. Daar komen mensen op af.' En aan de bestaande huizen moet nodig iets gedaan worden. 'Die woningen zijn wel erg klein. De huren zijn laag, maar dat betekent weer dat het mensen trekt die alleen daarvoor komen, die verder weinig met Nagele hebben. De gemeenteraad heeft de woningbouwvereniging al gevraagd om eens te onderzoeken of je die woningen niet kunt samenvoegen. Van drie woningen twee maken, of van! vier drie.' Of een puntdak erop? 'Nee, dat moet je niet doen. Ik snap wel dat je de buitenkant zoveel mogelijk intact moet laten.'
Planoloog Zef Hemel heeft een veel radicaler scenario in gedachten: 'Restaureren. Zoveel mogelijk weer in de oorspronkelijke staat terugbrengen. Er is in Nederland zó weinig van het functionalistisch bouwen overgebleven, en het wordt nu overal afgebroken. Waarom zou je het niet op één plaats instandhouden?'
Het is een idee. Dan zou het modernste dorp van Europa nog heel lang zo modern kunnen blijven als het in 1956 ooit was. Maar waarschijnlijk is het niet. De modernisering van het moderne is meestal sterker dan het behoud ervan.
Op 12 mei verschijnt bij NAi-uitgevers het boek 'Nagele revisited. Een modernistisch dorp in de polder', met foto's van Theo Baart en Cary Markerink. Op dezelfde dag wordt in Museum Nagele een expositie geopend, tot 29 oktober.
'Als je wilt dat de supermarkt blijft, dan moet je er ook je boodschappen doen, zeg ik tegen iedereen.'
Theo Baart en Cary Markerink zijn fotografen.
Warna Oosterbaan is redacteur van NRC Handelsblad.
Rectificatie / Gerectificeerd
In het artikel Het laatste modeldorp (M, 6 mei) staat bij de foto op pagina 50 dat de afgebeelde woningen door Gerrit Rietveld zijn ontworpen. De woningen zijn echter van de architecten Bekker en Strobrand. Op pagina 51 staat dat ook café-restaurant ’t Schokkererf een plat dak heeft. Dit gebouw heeft een bescheiden puntdak.
Zolderloos
De Achterpagina ging deze zomer op zoek naar extremen. Tot slot Nagele, een dorp met alleen maar platte daken.
Peter Leijten
15 augustus 2003
Wat verwacht een arbeider van een huis? ,,Hij wil een woning met een deur, een bel, een brievenbus, een woonkamer en een slaapkamer. En een dak boven zijn hoofd. In wezen een eenvoudig huis.''
De commentaarstem bij een film uit 1960 van cineast Louis van Gasteren, Een nieuw dorp op nieuw land, weet de woningen in het polderdorp Nagele goed te typeren. Het zijn sobere, eenvoudige huizen, allemaal met een opvallend kenmerk: de daken in Nagele zijn plat.
Vanaf 1945 werd gewerkt aan een nieuw stuk Nederland. De Noordoostpolder was in 1942 drooggelegd en na de oorlog begon de bouw van de eerste dorpen. In het hart van de polder kwam Emmeloord te liggen. In een cirkel daaromheen verrezen tien dorpen op een onderlinge afstand van ongeveer acht kilometer – een afstand die was berekend op het vervoer per fiets. In 1954 begon de bouw van Nagele, dat in 2006 zijn 50-jarig bestaan viert en daarmee het jongste polderdorp is.
Nagele is een ontwerp van een progressief architectencollectief (met onder anderen Gerrit Rietveld) dat felle kritiek had op de dorpen die werden gebouwd in de nieuwe polders. Dat waren maar Oudhollandse dorpen in een kunstmatige omgeving, een ,,vooze idylle''. Nagele moest een modern dorp worden.
Het hart van Nagele is groen: een groot grasveld, waarop drie kerken, drie basisscholen en bomen staan. De straten met de huizen worden gevormd door vierkante hofjes, elk weer met een grasveld in het midden. Aan de rand van het dorp kwam een `groene muur', een bosstrook, om de huizen ,,niet zomaar in de lege, door de wind beheerste vlakte'' neer te zetten, zoals architect Aldo van Eyck het uitlegt in de film van Van Gasteren over de bouw van Nagele.
,,De huizen moesten zo weinig mogelijk horizonbelemmerend zijn'', verklaart Harm Piet Smith de platte daken in zijn dorp. ,,Een huis is vier meter hoog, met puntdak zes meter. Dat wordt erg hoog.'' Bovendien past een huis met een plat dak goed in de blokvormige opzet van het dorp.
Nagele heeft wel in zijn maag gezeten met de zolderloze huizen. ,,Er was in het verleden veel verzet tegen de platte daken'', zegt Smith (62), die vele jaren voorzitter was van Dorpsbelang Nagele. Hij woont nu 27 jaar in Nagele. ,,Ik heb er nooit moeite mee gehad, maar het was heel moeilijk om hier huizen te verkopen.'' Wonen onder zo'n plat dak, dat wilden de mensen liever niet. Te weinig ruimte, te veel onderhoud.
In de bouwverordening voor Nagele is vastgelegd dat huizen een plat dak moeten hebben. Er is geprobeerd onder die verplichting uit te komen, toen twintig jaar geleden nieuwbouw werd gepland. ,,Een gevolg van plat bouwen is dat je een groter stuk grond nodig hebt. En dus worden de kavels duurder'', zegt Smith. Het was bijna gelukt om puntdaken in het dorp te krijgen. De gemeente Noordoostpolder had al toestemming gegeven, maar daarna kwam er protest ,,vanuit het land'', vooral van architecten. De gemeente besloot toen de kavels tegen een gereduceerde grondprijs te verkopen, als er maar een huis met plat dak gebouwd werd.
De afgelopen jaren is er weer nieuwbouw bijgekomen in het polderdorp. ,,Prachtige huizen'', zegt Smith. ,,En er was veel interesse, het was heel erg snel vol.'' Het is volgens de oud-voorzitter van Dorpsbelang helemaal niet zo dat een plat dak meer onderhoud vergt dan een puntdak. ,,Huizen die met pannen zijn gedekt hebben ook onderhoud nodig. Trouwens, als platte daken moeilijk zouden zijn in onderhoud, waarom worden er in Nederland dan überhaupt woningen met platte daken gebouwd?''
Alle afleveringen in deze serie zijn te lezen op www.nrc.nl/extreem
Modeldorp Nagele heeft eigen museum
De architecten van 'De 8' hadden toen ze eind jaren veertig Nagele in de Noordoostpolder ontwierpen een modern dorp voor de modelplattelander voor ogen. Onlangs werd in de voormalige rooms-katholieke kerk het Museum Nagele geopend.
Museum Nagele, di-zo: 13-17.00 uur. Ring 23, Nagele; tel. 0527 653077.
Nathalie Faber
8 juni 1998
NAGELE, 8 JUNI. Al heel lang bestond er onder de bewoners van Nagele het plan om een permanente expositie over de architectuur van hun dorp te maken. Want wie meer wilde weten over dit monument van het Nieuwe Bouwen, was aangewezen op café-restaurant 't Schokkererf waar de eigenaren, de gebroeders Dijkstra, aan de hand van een oude plattegrond wat informatie verstrekten. Verder was er niets.
Sinds kort komt men in het dorp veel meer te weten. De bewoners, verenigd in de stichting Nagele Expositie, hebben onlangs in de voormalige rooms-katholieke kerk het Museum Nagele geopend. Vrijwilligers maakten van glas en het hout van de kerkbanken grote tafel-vitrine's, en samen met het Nederlandse Architectuur Instituut (NAi) uit Rotterdam is er nu een keurige tentoonstelling ingericht over de nooit aangetaste architectuur van dit Noordoostpolder-dorp.
Gebaseerd op archiefmateriaal van NAi, de Universiteit Wageningen enhet Rijksarchief Flevoland, vertellen documenten, foto's, films en reproductiesvan stedebouwkundige plannen - orginele ontwerpschetsen en maquettes zijn op een wisselexpositie toegevoegd - over de geschiedenis van de Noordoostpolder, het ontwerpproces van Nagele en de realisatie van de gebouwen en het beplantingsplan. Aan de wand hangt de prachtig gestileerde fotoserie van Theo Baart en Cary Markerink, die zij tien jaar geleden in opdracht van de Vereniging Dorpsbelang Nagele over het dorp maakten.
In 1947 kregen de architecten van 'De 8', de Amsterdamse afdeling van het Nieuwe Bouwen, een modern dorp voor de modelplattelander voor ogen.
De traditionalistische dorpsontwerpen in het Wieringermeer - een 'vooze idylle', meenden ze - gingen voorbij aan de realiteit van de moderne samenleving.
Hun collectieve ontwerp liet daarentegen een ruim opgezette, centrale middenruimte met kerken en scholen zien; de ontmoetingsruimte voor de hele gemeenschap waar alle woningen uiteindelijk op uitkomen. De indeling van de woonhuizen kon niet functioneel genoeg zijn. Er moest lucht en licht in kunnen doordringen. Het zou nog ruim tien jaar duren voordat De 8 met steun van de Rotterdamse architectengroep Opbouw aan de bouw konden beginnen.
Het belang van het ontwerp ligt, zo blijkt uit de tentoonstelling, bovenal bij de architecten: Aldo van Eyck, Mart Stam, Mien Ruys, Lotte Stam-Beese, J.B. Bakema, Ben Merkelbach en vele anderen. Natuurlijk mocht Gerrit Rietveld niet ontbreken. Zijn stedebouwkundige schetsen vormden een belangrijke bijdrage aan de ontwikkeling van het plan, en hij bouwde ruim zeventig huizen aan de Vlashof en de Klaverhof in Nagele.
Rietvelds drang tot experimenteren komt misschien wel het meest tot uitdrukking in zijn meubels. Waar eens de parochianen na de kerkdienst koffie gingen drinken, heeft het Sandberg Instituut - de tweede fase-opleiding van de Rietveld Academie in Amsterdam - een tweede wisselexpostie samengesteld met voornamelijk Rietveldstoelen van particulieren, onder wie de directeur van de Rietveld Academie, Simon den Hartog. Van hem zijn het rode ronde naaikastje (1939) en de speciaal voor zijn kind ontworpen witte commode(1963) die nog nooit eerder zijn geëxposeerd.
De expositie bestaat verder uit zig-zag stoelen, lattenmeubilair, asymmetrische meubels, beugelstoelen en kratmeubels - voorlopers van de doe-het-zelf bouwpaketten van Ikea. Ze zijn allemaal gemaakt door Rietvelds huismeubelmaker Gerard van de Groenekan, behalve de sobere eetkamerstoel (1908) en het asymmetrische naaikastje (1923) die Rietveld zelf maakte.
Inmiddels zijn de bewoners van Nagele zich zeer bewust geworden van de reputatie van hun dorp met de platte daken. De architectuur gaat hen ter harte. Ook de nieuwbouwwoningen moeten zich schikken naar het dogma van het platte dak. Voor Aldo van Eyck, een van de weinige, nog levende architecten van destijds, hoeft dat niet meer. In 1994, in het AVRO-actualiteitenprogramma Televizier, vertelde hij het onbegrijpelijk te vinden dat de modernistische nederzetting Nagele in stand werd gehouden. Tijden veranderen nu eenmaal.
Het modeldorp - dat overigens nooit navolging heeft gekregen - is nu eigenlijk zelf tot een 'vooze idylle' vervallen.
Nagele, een leeg dorpje uitgehakt in hout
Tentoonstelling: De kleine Utopie. Nagele, het ontwerp. Tot eind oktober in Museum Schokland, Middelbuurt 3 Ens/Noordoostpolder. Dag 11-17u. Na 1 sept op maandag gesloten. Na 1 nov alleen in het weekeinde geopend.
Bernard Hulsman
8 augustus 1996
Is Nagele het beroemdste dorp van Nederland? Gemeten naar het aantal publikaties in architectuurtijdschriften wel. Het kleine dorp in de Noordoostpolder heeft in architectuurkringen een bijna mythische status gekregen. Met Nagele kregen de aanhangers van het Nieuwe Bouwen, de voorvechters van licht, lucht en ruimte in de architectuur, een kans om te laten zien hoe een nieuw dorp op nieuwe poldergrond moest worden. Dit maakt het dorp uniek: nergens anders in Nederland werd een nederzetting gebouwd die alleen door overtuigde modernisten is vormgegeven.
Liefst drieënderig architecten waren op een of andere manier bij het ontwerp betrokken en de meeste van hun namen behoeven nog steeds geen introductie: Mart Stam, Lotte Stam-Beese, Gerrit Rietveld, B. Merkelbach, C. van Eesteren, A. van Eyck, P. Elling. A. Bodon, M. Ruys enzovoort, enzovoort. Bovendien namen ze ruim de tijd voor het ontwerpen van het dorpje. Nadat in 1947 'de 8', de Amsterdamse vereniging van Nieuwe Bouwers, het verzoek en de kans kregen Nagele te ontwerpen, duurde het tien jaar voor de tekeningen helemaal klaar waren.
De bewoners van Nagele zijn zich zeer bewust van de reputatie van hun dorp. Ze hebben dan ook plannen om in een van de drie kerken van hun nederzetting een permanent informatiecentrum over het ontstaan ervan te maken. Een klein voorproefje van zo'n informatiecentrum is nu te zien in het Museum Schokland. Daar wordt in een bijgebouw van het oude Schoklandse kerkje de wordingsgeschiedenis van het beroemde dorp belicht.
Voor de bezoeker hier arriveert, moet hij een tocht maken door aaneengeschakelde houten huisjes waar een overzicht wordt gegeven van de geschiedenis van Schokland, het eiland in de Zuiderzee dat in 1859 op last van koning Willem III wegens onstuitbare afkalving werd ontruimd maar nooit verdween en zich nu nog steeds zichtbaar als eiland verheft boven de grote akkerzee. Het eilandje is trouwens door de UNESCO als eerste Nederlands monument geplaatst op de Werelderfgoedlijst, waar het staat tussen wereldberoemde bouwwerken als de piramides van Gizeh, de Chinese muur en de gotische kathedraal van Reims.
Het sprekendste onderdeel van de Nagele-tentoonstelling zijn de negen stoelen, die zijn ontworpen door evenzovele Nagele-architecten. Ze zijn zoals je van aanhangers van het Nieuwe Bouwen kunt verwachten: eenvoudige meubels van stalen buizen of houten planken, al kon Merkelbach zich duidelijk niet inhouden getuige zijn krullerige stalen-buizen-fauteuil.
Voor de rest bestaat de expositie uit een aantal maquettes en vooral uit stedebouwkundige plannen in al dan niet gereproduceerde vorm. Een volledig overzicht van de lange wordingsgeschiedenis van Nagele geven ze niet, mede doordat ontwerpen voor afzonderlijke gebouwen als woningen en kerken geheel ontbreken.
Toch maken de stedebouwkundige ontwerpen wel iets duidelijk over de debatten die de wording van Nagele begeleidden. Zo kwam Rietveld al in 1948 met tekeningen waarin alles - de grote leegte in het midden, de stroken woningen enzovoort - als in een Mondriaanschilderij strikt rechthoekig is geordend. De dan nog jonge Aldo van Eyck wil juist een dorpje met een ronde vorm, ongeveer zoals een Afrikaanse nederzetting.
Het is verleidelijk om in de strijd tussen rond en vierkant een voorafschaduwing te zien van de latere kritiek van Van Eyck en andere Forumarchitecten op de modernistische, technocratische, onmenselijke stedebouw. Maar volgens Zef Hemel en Vincent van Rossem, schrijvers van het twaalf jaar oude boekje Nagele, een collectief ontwerp, dat nog in het museum te koop is, gaat het hier om een schijntegenstelling. Het is alsof de auteurs zeggen dat je net zo goed met een kubus kunt voetballen als met een bal, maar ze hebben wel gelijk wanneer ze beweren dat de ontwerpen van Van Eyck in wezen niet zoveel verschilden van die van Rietveld en Kamerling.
Alle architecten vonden al snel dat het dorp van de lege Noordoostpolder moest worden afgescheiden door een bos. “Een dorp uitgehold in hakhout”, zo valt te lezen bij een van de ontwerpen van Van Eyck. Bovendien raakte de groep ontwerpers er al snel van overtuigd dat het centrum van Nagele niet vol maar juist leeg moet zijn. “Het gemeenschapsleven verschijnt hier niet als architectonische massa, als toren, maar juist als de afwezigheid hiervan: open ruimte”, schreef Rietveld.
Rietvelds woorden klinken heel revolutionair, maar als de tentoonstelling in Schokland iets laat zien is dat een leegte als centrum al een lange traditie kent. Naast de ontwerpen van de Nagele-architecten zijn luchtfoto's gehangen van oude Hollandse en Zeeuwse dorpen en stadjes met een groot rond of vierkant plein als centrum - een plein is natuurlijk niets anders dan een leegte.
Toch is Nagele zeker geen traditioneel dorp geworden. Het mooie van de tentoonstelling in Schokland is dat het eindresultaat van al die ontwerpen op een minuut of vijf autorijden van het museum is te zien. Nagele is vaak 'een naoorlogse buitenwijk als dorp' genoemd. Wie Nagele binnenrijdt, waant zich inderdaad even in Amsterdam-West of een andere woonwijk uit de jaren vijftig. Maar wie vervolgens verder kijkt, moet toch vaststellen dat dergelijke wijken niet zo'n immense leegte kennen: het grote grasveld waarop alleen wat bomen en en drie kerken staan, moet minstens een kwart van het vierkante dorpje innemen.
De leegte vertakt zich tussen de lage rijtjes sobere woningen die consequent een plat dak hebben. Het is frappant om vast te stellen hoe dicht het Nagele uiteindelijk is gebleven bij de schets uit de losse pols die Gerrit Rietveld al in april 1948 maakte en die het affiche van de tentoonstelling siert. De tekening is een soort hand met uitgestrekte vingers waarbij de individuele huizen in de ruimten tussen de vingers waren voorzien. “Hierbij een schets voor Nagele”, schreef hij erbij. “Een poging om een dorp te maken uit één stuk. Geen z.g. centrum met een soort buitenwijken. Dit is een dorp dat niet groeit maar in een keer bepaald wordt en dan ook niet het karakter moet hebben van een gegroeid dorp. Het toevallige element vervalt hier.”
Inderdaad, toeval is ver te zoeken in Nagele en het is precies dit en de grote leegtes die het dorp maken tot een superbuitenwijk met meer dan de normale dosis deerniswekkende desolaatheid en steriliteit.