Quantcast
Channel: Bouilla Baise Work in progress
Viewing all articles
Browse latest Browse all 1008

De bacchantische Razernij van de Freule Amsterdam 1900 Photography

$
0
0

Rond 1900 werd Amsterdam een dynamische stad. In dezelfde tijd ontwikkelde de fotografie zich tot een modern medium. In Amsterdam 1900 komen beide ontwikkelingen samen.

nieuwe_amstelbrug

In de binnenstad verrezen beeldbepalende gebouwen als het Centraal Station en de Beurs van Berlage. De industrie en de havens groeiden, maar tegelijk verkrotte de oude stad en was er veel armoede. Voor het eerst was het technisch mogelijk dit alles op foto vast te leggen. Onderzoek in fotografiecollecties van musea en archieven heeft een schat aan onbekende beelden opgeleverd. Naast foto’s van bekende fotografen zoals George Hendrik Breitner, Jacob Olie en Bernard Eilers toont Amsterdam 1900 verrassende beelden van onbekende of inmiddels vergeten fotografen. De bezoeker krijgt een uniek overzicht van deze periode, van de stad, het dagelijks leven en de fotografie in Amsterdam.

300 foto's
Met 300 foto’s brengt Amsterdam 1900 de opleving van Amsterdam en de oorsprong van de moderne fotografie in beeld. Eind 19e-eeuw steeg de welvaart en kwam er meer werk voor beroepsfotografen in de bouw en de industrie. Geïllustreerde bladen gingen over op foto’s en de persfotografie begon haar opmars. Door technologische vernieuwingen kreeg de amateurfotografie een enorme impuls en werd fotograferen een modern tijdverdrijf voor Amsterdammers van allerlei snit. Kortere belichtingstijden maakten het mogelijk beweging vast te leggen en opnamen binnenshuis te maken en ook de allereerste kleurenfoto’s dateren uit deze tijd.

marietje_zeegers

In de tentoonstelling zien we het Amsterdam van 100 jaar geleden met stille grachten en glanzende nieuwbouw, havens in vol bedrijf en rokende fabrieksschoorstenen. Met handcamera’s legden amateurfotografen het gewoel van voorbijgangers, handkarren en paardentrams vast. We komen binnen in woonhuizen waar weelde heerste, maar ook in krotten en achterbuurten.

Van Jacob Olie, George Hendrik Breitner en Bernard Eilers zijn tot nu toe onbekende afdrukken te zien, deels uit particuliere collecties. Voor het eerst worden hun foto’s met elkaar gecombineerd en met werk van tijdgenoten - amateurs en beroeps. Vintage prints en albums tonen de grote variatie in techniek, stijl en formaat van de fotografie uit die tijd. De collectie gezinsfoto’s en stadsgezichten op autochromeplaten van Jan Zeegers zijn een uniek document van de vroege kleurenfotografie. Amsterdam 1900 focust op een kantelmoment in de geschiedenis van de fotografie en toont de wisselwerking tussen stad en fotografen.

AFSPELEN



Boek
Bij de tentoonstelling verschijnt bij Uitgeverij THOTH een rijk geïllustreerd boek, geheel in kleur, en samengesteld door Anneke van Veen, conservator Stadsarchief Amsterdam.

Audiotour



AFSPELEN
Bij de tentoonstelling is een audiotour inbegrepen waarbij fotografen van nu commentaar leveren op de
beelden van hun voorgangers.

Lees ook

GO | NO GO #19: Amsterdamser wordt het niet



Op de komende tentoonstelling Amsterdam 1900 zal een aantal autochromes te zien zijn.

Fotograferen in kleur was lang een onbereikbaar ideaal. De Gebroeders Lumière brachten daar in 1907 verandering in. Ze lanceerden de autochrome, een kleurenfoto op glas. In de fabriek werd op een gewoon zwart-wit glasnegatief een laag van oranje, groen en violet geverfde zetmeelkorreltjes geperst. Iedereen die met een camera overweg kon, kon nu foto’s in natuurlijke kleuren maken.

Voor commercieel gebruik waren de autochromes ongeschikt: te duur, zestig keer minder lichtgevoelig en niet af te drukken op papier. Bovendien was het bijna ondoenlijk ze goed te reproduceren in boeken en tijdschriften. Maar veel amateurs gingen er enthousiast mee aan de slag.

Om autochromes te bekijken was een speciale kijker met een spiegel handig. Er waren ook kartonnen passe-partouts om de glasdia’s voor het raam te kunnen hangen. Amateurfotografen bekeken en bespraken hun autochromes in clubverband en projecteerden ze met een toverlantaarn. Inmiddels weten we hoe kwetsbaar de gekleurde zetmeelkorreltjes zijn. Op deze tentoonstelling is daarom bij hoge uitzondering driemaal een week lang een originele autochrome te zien – ingeseald in een speciale zuurstofarme cassette.

De bacchantische razernij van de freule
Joyce Roodnat
16 november 2016

Foto Stadsarchief Amsterdam

In de schemerige zalen van het Stadsarchief van Amsterdam, word ik bedwelmd door foto’s van vroeger, op de expositie Amsterdam 1900. De Keizersgracht in de sneeuw. De inhuldiging van koningin Wilhelmina. Veel foto’s zijn gecomponeerd als schilderijen, alles en iedereen is keurig op zijn plaats gezet. Maar de schilder Breitner lijfde de fotografie in. Zijn foto’s zijn schilderachtig en zijn schilderijen werden foto-achtig. Sommige van zijn schilderijen zijn bijna snapshots, met beweging die bevriest in een compositie die toevallig lijkt. Zijn foto’s van paardentrampaarden doen me het meest. Hij voelt voor ze, herkent iets in ze. Hij is een verre overopa van de hedendaagse fotografe Charlotte Dumas, met haar roerende en toch onsentimentele foto’s van paarden, honden, wolven. Die dieren beschouwt ze als persoonlijkheden, in een eigen wereld – kijk er als mens naar en je ziet aliens. Ook Breitner zag dat.

In het fin de siècle was op de foto gaan nog iets bijzonders. Vrouwen houden hun hoed of hun schort (en hun hart) vast. De werkman oogt zelfverzekerd. Ze kijken onbevangen de lens in. Wat gebeurt daar? De foto’s zijn onweerstaanbaar, ook omdat ze beweren dat de jaren rond 1900 misschien armelijk maar toch idyllisch waren.

En dan krijg ik de roman Fokel in handen. In 1898 geschreven door Manuel van Loghem. Opnieuw uitgegeven door uitgeverij Astoria, op aanwijzing van de Nederlandse fin de siècle-specialist Sander Bink. Het is het eerste deel van een serie waarvoor hij romans uit de tijd van Louis Couperus opduikt. Die is onovertroffen, zegt hij, maar dat betekent niet dat er verder niks goeds geschreven werd. „Lees dit vooral.” Oké, doe ik.

Fokel is inderdaad een couperisch boek, over een Friese freule in Amsterdam die belandt in een staat van „bacchantische razernij”. En die Huysmans leest, zegt decadentisme-hartstochteling Sander Bink enthousiast. Dat doet ze, maar ik zie nog iets anders. Deze freule is een voorloper van de geruchtmakende Lady Chatterley die D. H. Lawrence 30 jaar later schiep. Haar sensualiteit wordt tomeloos sinds ze de fysieke schoonheid van een knecht heeft beseft. Net als Lady Chatterley raakt ze daar fataal van in de war. De hel breekt los, vileiner dan bij Couperus. En wat betreft onderdrukte geilheid legt zelfs Lady Chatterley het tegen haar af.

In Fokel lees ik hoe keihard de wereld rond 1900 was. Geperverteerd door moralisme, verziekt door de snoeiharde scheiding van de klassen. Ik leg de roman Fokel over de foto’s van Breitner. Zo krijg ik 1900 in 3D.


Viewing all articles
Browse latest Browse all 1008


<script src="https://jsc.adskeeper.com/r/s/rssing.com.1596347.js" async> </script>