Quantcast
Channel: Bouilla Baise Work in progress
Viewing all articles
Browse latest Browse all 1008

Views & Reviews Augusta Curiel Photographer in Suriname 1904-1937 Dutch West Indies Photography

$
0
0

Augusta Cornelia Paulina Curiel (1873 – 1937) was a Surinamese photographer. She and her sister created an important record of life in the early twentieth century.

Life
Augusta was born in Paramaribo in 1873. She took her mother's surname as her father abandoned them.[1]

Together with her sister Anna they were known as the ladies Curiel or the Curiel sisters. Augusta took pictures and Anna acted as her assistant. In 1929 Queen Wilhelmina granted her the title of hofleverancier.[2] She was the first photographer of Suriname for the royal house. The sisters Curiel were the owner of one of the most famous photo studios in Suriname: Augusta Curiel.

The sisters Curiel took years taking images of everyday life in Suriname. The photographs show that Augusta Curiel was a compositional and a technically gifted photographer. She always worked with available light and no light meter. Despite these limitations, they proved able to create beautiful images in dim government buildings, churches and factories. Curiel's oeuvre is made up of mostly daily life topics, which were of value to historians and other interested parties. They photographed both in their studio and on plantations and in the interior. The botanist Gerold Stahel took the women on some of his expeditions. Many of the surviving images are group portraits, made by and for (mission) schools, boarding schools and orphanages.

They used a heavy wood and plate camera. After the shooting, the negatives were developed and printed by illuminating off the glass from below. A few times a week, a batch of ice was delivered to the dark room, the required chemical baths to keep the proper temperature. Probably Anna and Augusta reused a lot of the expensive glass negatives. Fortunately, many cityscapes, landscapes, shots of factories, schools and orphanages have survived. Anna tried to continue the photo studio after the death of Augusta, but she sold the shop in the 1950s.

The glass was expensive and may have been reused several times to take different pictures. In 2005 Janneke van Dijk rediscovered many of Curiel's photographs. Her plates had remained for decades undisturbed in her local museum in Fort Zeelandia. Despite the time and the climate the pictures were in good condition.[1] They were digitised and published in 2007 as "Augusta Curiel, Photographer in Suriname from 1904 to 1937".[3]

References
djr (2016-10-11). "Digitaal Vrouwenlexicon van Nederland". resources.huygens.knaw.nl (in Dutch). Retrieved 2016-12-18.
Saskia Asser (2007). A critical history of photography in the Netherlands: Dutch eyes. Waanders. p. 329.
Janneke van Dijk; Hanna van Petten-van Charante; Laddy van Putten (2007). Augusta Curiel: fotografe in Suriname 1904-1937. KIT Publishers. ISBN 978-90-6832-481-5.
Dijk van, J., Petten van-van Charante, H. en Putten van, L. (2007) Augusta Curiel, Fotografe in Suriname 1904-1937 KIT Publishers ISBN 9789068324815
Heer de, M. (2008), Fotografe van Suriname, Trouw, 24 januari







Curiel, Augusta Cornelia Paulina (1873-1937)
© DVN, een project van Huygens ING en OGC (UU). Bronvermelding: Agnes de Boer, Curiel, Augusta Cornelia Paulina, in: Digitaal Vrouwenlexicon van Nederland. URL: http://resources.huygens.knaw.nl/vrouwenlexicon/lemmata/data/Curiel [15/01/2018]

CURIEL, Augusta Cornelia Paulina (geb. Paramaribo 1873 – gest. Paramaribo 22-11-1937), fotografe. Dochter van een onbekende vader en Henriëtte Paulina Curiel (1841-1901). Augusta Curiel bleef ongehuwd.


Augusta Curiel groeide op in Paramaribo als middelste van drie zusters en met een oudere broer. Ze droeg de achternaam van haar moeder omdat haar vader uit zicht was verdwenen. De naam Curiel duidt op Portugees-Joodse komaf, maar de zusters en broer Curiel waren lid van de evangelisch-lutherse kerk. Het gezin behoorde tot de Surinaamse elite. Over de jeugd van Augusta Curiel is niets bekend.

Fotohandel

In 1904 begon Augusta Curiel met haar zus Anna Jacoba (1875-1958) een fotohandel aan huis: ‘Augusta Curiel photograaf’. Via een deur in de schutting naast het voorhuis bereikte men het achtererf, waar een houten gebouwtje stond – daar deden de zussen hun werk. Augusta was de fotografe, Anna hielp met het dragen en klaarmaken van de apparatuur en zus Elisabeth (1869-1937) zorgde voor het huishouden. Vanaf 1904 gold Augusta Curiel als de beste fotograaf van Suriname. Iedereen die iets wilde laten fotograferen, kwam naar hun huis in de Domineestraat (nr. 28) in Paramaribo: particulieren, organisaties en instellingen. Hun foto’s verschenen, vaak anoniem, in talloze publicaties. Hoe de gezusters Curiel ertoe zijn gekomen te gaan fotograferen, is onduidelijk. Mogelijk heeft een vriend van de familie, de predikant en enthousiaste amateurfotograaf C. Hoekstra, een rol bij de keuze gespeeld. Ze waren erg op zichzelf en trouwden niet. Broer Adolf (1867-1934), zakenman en politicus, heeft waarschijnlijk voor goede contacten en opdrachten gezorgd.

Augusta Curiel maakte foto-opnamen van Suriname in een tijd waarin nauwelijks beelden werden gemaakt en haar foto’s zijn van uitzonderlijke kwaliteit. Niet alleen technisch maar ook compositorisch zijn ze opmerkelijk. Ze gebruikte altijd een houten statief, fotografeerde nooit uit de hand en werkte altijd met het beschikbare licht en zonder belichtingsmeter; zus Anna hielp met het bepalen van de belichtingstijd. Ondanks die beperkingen maakte ze fraaie opnamen in schemerige overheidsgebouwen, kerken en fabrieken. Portretfoto’s maakten ze bij voorkeur op locatie of in de tuin achter hun huis, want een studio hadden de gezusters Curiel niet. Thuis, als het donker was, ontwikkelden ze de negatieven en drukten ze af door de glasplaten van onderaf te belichten. Enkele keren per week werd een partij ijs afgeleverd bij de donkere kamer, benodigd om de baden chemicaliën op de juiste temperatuur te houden. Hun inkomsten haalden zij grotendeels uit het maken van portretten.


Augusta Curiel fotografeerde voor een groot aantal opdrachtgevers. Deze opdrachten geven een beeld van het dagelijks leven in Paramaribo, Moengo en Coronie, zoals de onthulling van het standbeeld voor koningin Wilhelmina op het Gouvernementsplein op 31 augustus 1923, maar ook de kermis, de markt aan de Waterkant, het werk op de plantages en in fabrieken en goudmijnen, de aankomst van nieuwe Javaanse contractarbeiders en de katoenpluk. In de jaren twintig nam de botanicus Gerold Stahel de dames Curiel geregeld mee op zijn onderzoeksreizen – zij maakten de foto’s voor bij zijn wetenschappelijke publicaties. Stahel verleende hun ook de opdracht een album bij elkaar te fotograferen ter gelegenheid van het afscheid van gouverneur Van Heemstra in 1928. Van de Curiel-foto’s werden prentbriefkaarten gedrukt en ook werden ze gepubliceerd in dagblad De West en het tijdschrift Tropisch Nederland.

Hofleverancier

Ook in Nederland bestond er belangstelling voor de foto’s van Augusta Curiel. Op de koloniale landbouwtentoonstelling in Deventer waren bijvoorbeeld foto’s van haar te zien – de Amigoe di Curacao (17-8-1912) noemde ze ‘zeer verdienstelijk’. In 1912 werden de zussen Curiel gevraagd om een fotografische bijdrage te leveren aan de tentoonstelling De Vrouw 1813-1913 die in Amsterdam zou plaatsvinden.

Zonder dat Augusta Curiel het wist, diende gouverneur A.A.L. Rutgers in juli 1929 bij koningin Wilhelmina een verzoekschrift in om Augusta Curiel de status van hofleverancier te verlenen. Het hof reageerde vlot en positief, en op 31 augustus (Wilhelmina’s verjaardag) werd haar besluit openbaar gemaakt. Augusta Curiel en de goudsmid M.A. Abrams waren de eerste Surinamers aan wie het koninklijk predicaat werd verleend. Ze was bijzonder trots om de eerste hofleverancier in Suriname te zijn.

Op 22 november 1937 overleed Augusta Curiel in Paramaribo, op de leeftijd van 63 jaar. Het koninklijk wapen siert nog altijd haar grafsteen op de begraafplaats Oud Lina’s Rust in Paramaribo.

Betekenis

Augusta Curiel was als fotografe toonaangevend in het Suriname van de eerste decennia van de twintigste eeuw. Haar werk vormt een unieke registratie van een periode in de geschiedenis van haar land waarover weinig beeldmateriaal bestaat. Bovendien zijn haar foto’s zowel technisch als compositorisch van buitengewone kwaliteit. Na haar dood probeerde zus Anna de zaak voort te zetten, maar haar gezondheid verslechterde; ze raakte in financiële problemen en in de jaren vijftig verkocht ze de zaak. Bij de ontruiming is veel van het fotografische werk en de administraties vernietigd. Tussen de bewaard gebleven beelden zijn groepsportretten, gemaakt van en voor (missie)scholen, internaten en weeshuizen. De overgebleven circa vierhonderd glasnegatieven heeft ze geschonken aan de Stichting Surinaams Museum. Waarschijnlijk is dit een fractie van wat Augusta Curiel heeft vastgelegd. Ondanks de klimatologische omstandigheden zijn de foto's van Curiel goed bewaard gebleven. De collectie werd gedigitaliseerd en in 2007 verscheen de publicatie Augusta Curiel, Fotografe in Suriname 1904-1937, een gezamenlijke uitgave van het Tropenmuseum en het Surinaams Museum.

Literatuur

P.B.M. Bolwerk, Paramaribo in oude ansichten (Zaltbommel 1990).
Anneke Groeneveld en Steven Wachlin e.a., Fotografie in Suriname 1839-1939 (Amsterdam 1990).
Marleen Knops, Suriname door het oog van Augusta Curiël. Antropologische analyse van Suriname en ‘Surinamers’op fotomateriaal van Fotostudio Augusta Curiel, 1904-1952, Paramaribo, Suriname (Amsterdam 2005).
Janneke van Dijk, Hanna van Petten-van Charante en Laddy van Putten, Augusta Curiel. Fotografe in Suriname 1904-1937 (Amsterdam 2007).
M. de Heer, ‘Fotografe van Suriname’, Trouw, 24 -1-2008.
Illustratie

Augusta Curiel. W. Amo, ca. 1900 (particuliere collectie).
Augusta Curiel, Vrouwen in kotomisidracht uit Paramaribo met huwelijksgeschenken, 1920-1920 (Tropenmuseum, Amsterdam).
Auteur: Agnes de Boer

laatst gewijzigd: 15/01/2018

Fotografe van Suriname
Monique de Heer– 24 januari 2008

Een stapel dozen bleek de erfenis van een bijzonder getalenteerde fotografe te bevatten.. Nu voor iedereen te zien.

Er moet een natuurtalent zijn geboren in Paramaribo in 1873. Augusta Curiel was de middelste van drie zusters Curiel die tussen 1904 en 1937 een fotobedrijf aan de Domineestraat 28 hadden. Toen de voormalig conservator van het Tropeninstituut Janneke van Dijk ruim zeventig jaar later in het depot van het Surinaams museum in de oude muziekschool in de Surinaamse hoofdstad een stapel bruine dozen vond vol glasnegatieven van Augusta Curiel, werd ze aangenaam verrast. Het bleken unieke opnamen te zijn van Suriname uit een tijd waar nauwelijks beeldmateriaal van bekend is, maar de foto’s zijn ook van uitzonderlijke kwaliteit. Niet alleen technisch maar ook wat betreft compositie zijn ze opmerkelijk.

In samenwerking met het Surinaams museum is er nu een fotoboek uitgegeven met het werk van Augusta Curiel. Er zijn nog maar een paar mensen in leven die de gezusters Curiel daadwerkelijk aan het werk hebben gezien tussen 1920 en 1930 in Suriname. Ze gebruikten een zware houten platencamera. ,,Een van de dames verdween onder een zwarte doek en de ander wees met haar vinger naar de lens en riep dat iedereen naar het vogeltje moest kijken”, vertelde mevrouw Gummels tegen Janneke van Dijk. Augusta bepaalde de compositie en stelde scherp. Voor het bepalen van de belichtingstijd had ze Anna nodig. „Anna, heb ik zon?” klonk het vanonder de doek. Als dat niet zo was, antwoordde Anna: „Wolkje wolkje”. Zo zijn honderden Surinaamse schoolkinderen op de foto gezet. Na de opnamen keerden Anna en Augusta terug naar huis waarna het werk in de avond, als het donker was, weer verder ging. Dan werden de negatieven ontwikkeld en afgedrukt door de glasplaten van onderen af te belichten. Een paar keer per week werd een partij ijs afgeleverd bij de donkere kamer, nodig om de baden chemicaliën op de goede temperatuur te houden. Toen ze stierven, Augusta in 1937 en Anna in 1958, waren hun handen zwaar aangetast door de chemicaliën.

Hoe de zusters Curiel er toe zijn gekomen te gaan fotograferen is niet bekend. Er zijn geen briefwisselingen, dagboeken of andere geschreven bronnen bewaard gebleven. De drie zusters waren erg op zichzelf en trouwden niet. Een eigen bedrijf beginnen was niet vreemd voor vrouwen in Suriname in die tijd, maar fotograferen gebeurde meestal door mannen. Mogelijk heeft een vriend van de familie, een enthousiast fotograferende dominee, een rol bij de keuze gespeeld. De oudste zuster Elisabeth zorgde voor het huishouden. Anna hielp met het dragen en klaarmaken van de apparatuur. Augusta was de fotograaf.

Ze waren bij allerlei evenementen en dat maakt de collectie zo uniek. Zo legden ze de onthulling van het standbeeld voor koningin Wilhelmina op het Gouvernementsplein vast, maar ook de kermis, de markt aan de Waterkant, de plantages en de katoenpluk. Paramaribo werd regelmatig bezocht door rondreizende fotografen die een paar weken werkten en verder trokken als de klandizie terugliep. Maar de zusters Curiel maakten jarenlang opnamen van het dagelijks leven in Suriname. Hun inkomsten moeten ze voor een groot deel gehad hebben uit het maken van portretten. Juist daarvan zijn niet zo veel bewaard gebleven. Waarschijnlijk maakten Anna en Augusta veel van de dure glasplaten weer schoon om ze opnieuw te gebruiken. Ze hebben er gelukkig voor gekozen de stadsgezichten, landschappen, opnamen in fabrieken, scholen en weeshuizen te bewaren. Anna heeft na de dood van Augusta geprobeerd de zaak voort te zetten, maar haar gezondheid verslechterde. Ze raakte in financiële problemen en verkocht in de jaren vijftig uiteindelijk de zaak. Veel werk is vernietigd maar voor haar dood in 1958 heeft Anna de overgebleven glasnegatieven aan het museum geschonken. Twee jaar geleden werden ze door Janneke van Dijk tijdens een reis in opdracht van het Tropenmuseum ontdekt. Van Dijk: „In tegenstelling tot Nederlands-Indië is er uit het Suriname van begin vorige eeuw maar heel weinig bewaard gebleven. En dit is ook nog eens van uitzonderlijke kwaliteit. Gezien de omstandigheden in Suriname zijn ze goed bewaard gebleven. De foto’s zijn helder, hebben goede scherptediepte en zijn prachtig van compositie. Augusta Curiel fotografeerde ook heel veel verschillende onderwerpen. In deze foto’s zie je nog veel het koloniale aspect terug, je ziet de plantages nog in gebruik.”

In Suriname is er heel voorzichtig met de collectie omgesprongen. Van Dijk: „Maar er is helaas te weinig geld en mankracht daar om alles wat er is ook toegankelijk te maken voor het publiek. Door de samenwerking met het Tropenmuseum zijn alle foto’s van Augusta Curiel nu gedigitaliseerd om het beeld in ieder geval te bewaren. Maar er ligt nog heel veel moois in het depot in Paramaribo te wachten. Er zijn een paar unieke albums met foto’s van het leven op de plantages. Het is visueel erfgoed dat het verdient om bewaard te blijven. Wij willen die collectie ook graag beschikbaar maken voor zoveel mogelijk mensen, vandaar ook dit boek.’

De laatste foto’s in ’Augusta Curiel, Fotografe in Suriname 1904-1937’, is wel weer een serie portretten. Ze maakten die in de tuin achter hun huis want een studio hadden de zusters niet. Het glimlachende meisje op de foto zit voor een laken dat door Anna op zijn plaats wordt gehouden. Onder het laken steken een paar voetjes uit en aan de zijkant zie je nog een handje.


























Viewing all articles
Browse latest Browse all 1008


<script src="https://jsc.adskeeper.com/r/s/rssing.com.1596347.js" async> </script>