The Mysterious New York City Island You’ve Never Heard Of

Christopher Payne
North Brother Island is a secret hiding in plain sight. Located in New York’s East River, it was once an important part of the city’s infrastructure. In the last 50 years, however, it’s descended into ruin: Buildings have crumbled, vegetation has grown wild, and its primary visitors are now migratory birds. But as photographerChristopher Payne found out in the course of creating his book, North Brother Island: The Last Unknown Place in New York City, the island still has stories to tell.
Payne, a former architect who specializes in photographing what he calls “America’s vanishing architecture and landscape,” became interested in the island while on assignment to document uses of the East River. In 2008, he wrote a proposal to conduct a photography survey of the island, which is usually off-limits to the public. The New York City Department of Parks and Recreation agreed to grant him access on the condition that he only visit between September and March, months when migratory birds—including gulls, herons, cormorants, and egrets—are not nesting there.
Over the next five years, Payne made the 10-minute boat trip from the Bronx’s Barretto Point Park to the island dozens of times, accompanied by parks department staff. At first, Payne had to acclimate himself to the island’s geography, navigating the thick vegetation and discovering the way in which light changed throughout the day. Though the Bronx and Manhattan were within eyesight, Payne found wandering the island alone was a uniquely isolating experience. “Even though visually you have that connection to the city and you can still hear things—I could hear the Mister Softee truck sometimes—there's still this sense that you're disconnected,” he said. “Living in New York, everyone craves their own space and isolation once in a while. When you're on the island you definitely have that. It’s a rare feeling.”

Christopher Payne

Christopher Payne

Christopher Payne

Christopher Payne
Between the 1880s and the 1930s, North Brother Island was the site of Riverside Hospital, where those suffering from infectious disease were treated in isolation. After World War II, it served as a housing community for returning veterans and their families. In the 1950s and early 1960s, it became a juvenile drug treatment center. While Payne knew the island’s story, he often had trouble finding physical evidence of its past. “It was very hard for me to find the artifacts I expected to find. They really just didn't exist. Most of the time you're looking at the shell of a building, and it's so far gone you can't even tell what it was used for. It forced me to look closer, to see graffiti on the walls or to look on the floor,” he said. “A lot of it was detective work. It was like trying to invent a life for something, trying to find a shot or a view that suggested what it used to be.”
With time, Payne discovered some of the clues he sought, but he ultimately found he was more attracted to the island’s natural environment than its manmade structures. As the seasons changed, the landscape shifted dramatically, affecting the appearance of the buildings it now dominated. “One thing that struck me was seeing how much nature had reclaimed the island. If you go there and don't have any idea what the place used to be, you'd assume that's how it always was, but if you look at the historical photos, you’ll see this campus with manicured streets and lawns. Now it's a forest,” he said. “I read this book called The World Without Usby Alan Weisman. He described what would happen if people left the planet. He has a chapter on New York City, and what he wrote could have been captions for my photographs.”

Christopher Payne

Christopher Payne

Christopher Payne

Christopher Payne

Christopher Payne

Christopher Payne
FOTOGRAFIE
Middenin de East River in New York ligt North Brother Island. Ooit was het een quarantaineoord, maar al jaren is het een vogelreservaat. Een fraai fotoboek toont de resten van een menselijke beschaving.
In de East River ligt op tien minuten varen van en met zicht op New York een onbewoond eilandje. Voor pottenkijkers is toegang strikt verboden. De laatste bewoners verlieten North Brother Island (NBI) in 1963. Sindsdien is dit het domein van de Nycticorax nycticorax, een nachtreiger, die in de 17de eeuw als kwak nog kwistig in Nederland voorkwam. Om greep te krijgen op de ruim acht hectare ging fotograaf Christopher Payne er met toestemming van de New York City Parks Natural Resources Group vijf jaar lang geregeld heen, behalve als de kwak broedde.
NBI en het nog kleinere South Brother Island maken deel uit van de archipel waaruit New York bestaat. Alleen de Bronx ligt als enige van de vijf districten op het vasteland. Bij de verlaten veerbootpier in de South Bronx begint Payne’s ontdekkingsreis. Zijn wonderschone foto’s wekken jaloezie. Probeer op schootsafstand van de Randstad maar eens een spookeilandje te vinden waar flora en fauna al woekerend en nestelend de overblijfselen van oude gebouwen hebben gekoloniseerd.
Eind 19de eeuw toen de massale emigratie uit Europa op gang kwam, kreeg NBI de functie waar Payne’s foto’s nog van getuigen. De immigranten brachten besmettelijke ziekten mee en de angst voor verspreiding was groot. Quarantaine werd een noodzakelijk kwaad en daartoe verrezen op het eilandje paviljoens, vergelijkbaar met de Europese pesthuizen eeuwen daarvoor. Elke epidemische ziekte – pokken, roodvonk, mazelen, typhus – kreeg een gebouw, met indien nodig aanvullende tenten. Het medisch personeel woonde op NBI. De oudste gebouwen, zoals de villa van de staf en de slaapzalen voor mannelijke patiënten, stammen uit 1885. Het jongste, het reusachtige Tuberculosepaviljoen van architect Litchfield, opende in 1942.
Vuurtoren
Van de vuurtoren uit 1869 resten brokstukken, maar het huisje van Typhus Mary bestaat niet meer. Mary Mallon, Ierse immigrante, werkte als kok op Manhattan en besmette talloze mensen. Ze was drager van de typhusbacil zonder zelf ziek te zijn. Tegen haar wil werd ze opgesloten. Na haar vrijlating nam ze een andere naam aan en veroorzaakte opnieuw besmettingen. Het kwam haar te staan op verbanning. Typhus Mary stierf in november 1938 op het eiland.

Glas gaat er het eerst aan: afgewaaide takken zwiepen door de ruiten. Dan bladdert verf af, laat pleisterwerk los, raakt hout vermolmd en zodra dakspanten meegeven, kan de aftakeling en overwoekering ook van bovenaf beginnen. Baksteen houdt zich lang goed. Het smeuïg Hollandse rood verandert met de seizoenen van tint, blozend in contrast met besneeuwde daken. De betonnen stoepranden langs de lanen zakken weg, maar komen weer tevoorschijn nadat een boom is ontworteld. IJskast, bedspiraal, brancard, peertje, sleutelbord, gereedschap: men vertrok zonder iets mee te nemen, als door ultieme smetvrees bevangen. De inleiding geeft er geen verklaring voor. Misschien was het goedkoper alles te laten aan het reppen van de natuur. De badkamer van de staf heeft een open wand naar het bos, als een theaterdecor dat weinig goeds beloofd.
Elke epidemische ziekte kreeg op New Yorks NBI een eigen gebouw
Payne arrangeerde een enkele foto. Het telefoonboek van de Bronx uit 1961 ligt open bij de advertenties van ballroomstudio’s (‘It’s Fun! Quick! Easy!’). Tussen de stoffige stapels boeken in de bibliotheek valt Nobody’s Boy op. Hector Malots origineel Sans famille of de vertaling Alleen op de wereld waren even passend geweest.
Van 1880 tot 1930 groeide de New Yorkse bevolking van 1,2 naar 6,9 miljoen. Hoewel de erbarmelijke omstandigheden in de huurkazernes rond 1900 tot sociale hervormingen leidden, bleef een hardvochtig regime van kracht: patiënten werd vaak gedwongen naar het eiland gestuurd, kinderen gescheiden van hun ouders. Immigranten vreesden NBI door geruchten over ‘het zwarte flesje’ in Riverside Hospital, dat een enkele reis zou betekenen.
Brand
Het idee dat de dood rondwaarde, werd versterkt op 15 juni 1904. Voor de westkust van NBI brak brand uit op de plezierboot General Slocum. Medisch personeel wist, heen en weer zwemmend, enkele van de wanhopige passagiers te redden. 1021 mensen verloren het leven. Het duurde tot 11 september 2001 voor zo’n ontzagwekkend dodental New York op één luttele dag trof.
Na alle mensloze foto’s duiken plotseling boswachters op. Ze controleren de stand van de kwak en verwijderen de ergste onverkwikkelijkheden van stormschade. Payne noteerde hun voornamen in de bijschriften. In de jaren vijftig en begin zestig kalkten de laatste bewoners van NBI, jonge heroïneverslaafden, hun namen op muren en deuren. Voor hen was het Tuberculosepaviljoen heringericht, maar het terugdringen van deze epidemie mislukte.
In zijn nawoord oppert Payne dat de ruïnes niet zozeer het verleden belichamen alswel de toekomst. Maar kennelijk blijft hij liever positief. NBI is een plek middenin de miljoenenstad waar zich niemand ophoudt, ‘if you can get there, the rarest of solitudes awaits you.’ Toch beklijft juist dit: brokje bij steentje verdwijnt de bewoonde wereld. Zo zal het gaan, nadat de laatste mens planeet aarde heeft verlaten, vrijwillig of gedwongen.
◆